President Wulff: Ook christendom is deel van Turkije
ANKARA – Na zijn omstreden uitspraken over de rol van de islam in Duitsland heeft de Duitse bondspresident Christian Wulff zich tijdens een staatsbezoek sterk gemaakt voor de bescherming van de christelijke minderheid in Turkije.
„Het christendom hoort zonder twijfel bij Turkije”, zei president Wulff dinsdag in een toespraak tot het Turkse parlement waar met spanning naar werd uitgezien.
„Moslims kunnen in Duitsland hun geloof op waardige wijze praktiseren. Het toenemende aantal nieuwe moskeeën is daarvan een duidelijk symbool”, zei Wulff. „Tegelijkertijd verwachten wij dat christenen in islamitische landen eveneens het recht hebben om hun geloof openlijk te belijden, theologisch nageslacht op te voeden en kerken te bouwen.”
Het christendom heeft een lange traditie in Turkije en in het land weerklinkt de roep om meer kerken te openen, zei Wulff, die als eerste Duitse staatshoofd voor het Turkse parlement sprak. Negenennegentig procent van de ruim 70 miljoen Turken is moslim en maar honderdduizend Turken zeggen het christelijk geloof aan te hangen.
Turkije heeft met zijn jongste grondwetshervormingen opnieuw een stap naar Europese standaarden gezet.
„Ik wil u uitdrukkelijk aanmoedigen om op deze weg voort te gaan”, zei Wulff met betrekking tot de moeizame onderhandelingen over toetreding van Turkije tot de Europese Unie. Die onderhandelingen moeten „eerlijk en open” worden gevoerd, zei hij.
Over het integratiedebat merkte Wulff op dat veel Turken in Duitsland een nieuw vaderland hebben gevonden en ook Duits staatsburger zijn geworden. „Zij zijn bij ons niet weg te denken”, zei hij, maar het is van belang dat problemen duidelijk worden benoemd. In Duitsland moeten ook de waarden van de grondwet geëerbiedigd worden, „in de eerste plaats de mensenrechten, maar ook de vrije meningsuiting, de gelijkheid van man en vrouw en de religieus en wereldbeschouwelijk neutrale staat”. Ook gaat het er om de Duitse taal te leren. „Wie bij ons wil wonen, moet zich aan deze regels houden en onze manier van leven accepteren.”
In zijn 22 minuten durende toespraak, die overigens gericht was tot een half gevulde zaal toehoorders, viel Wulff vriendelijk applaus ten deel.