Het blijft behelpen in Zimbabwe
Op papier gaat het momenteel goed met Zimbabwe. Hongersnood, cholera, verkiezingsgeweld en hyperinflatie zijn er verleden tijd, en de voormalige oppositie is geïncorporeerd in de regering van Mugabe. Maar merken de 11 miljoen inwoners daar ook iets van? „Dit land wordt vakkundig leeggeroofd.”
De 80-jarige overgrootmoeder Banda breekt in haar ochtendjas eieren boven een houtvuur achter haar huis, dat vier generaties herbergt. Het is halfzeven ’s ochtends en boven Highfields, een volkswijk van hoofdstad Harare, kleurt de morgenzon de hemel rood. „Zie je?” wijst ze op de rookpluimen die van de omliggende erven omhoog kringelen. „De hele wijk zit zonder stroom.”
Haar dochter zet een nieuwe jerrycan onder de lopende buitenkraan. Ook het water doet het even, en wie nu niet oplet, zit met wat pech de rest van de dag zonder. „Als er een lijn in zat, konden we het inplannen. Maar water en elektriciteit komen en gaan wanneer ze willen. We laten de kraan altijd openstaan, met een lege emmer eronder. Het is wachten tot we écht een keer zonder zitten.”
Banda’s situatie kenmerkt het dagelijks leven voor velen in Zimbabwe. De wereldschokkende crises van 2008 zijn voorbij –honger, cholera, hyperinflatie en nietsontziend politiek geweld– maar voor de gewone Zimbabwaan blijft het behelpen. Werk of economische productie is er nog altijd nauwelijks sinds de Zimbabwaanse dollar in 2008 over de kop ging na een inflatie van 231 miljoen procent: een percentage dat zelfs Duitsland in de jaren 30 bespaard bleef. De voedselproductie was al geïmplodeerd na de onteigening van blanke boerderijen.
Overleven
Door de introductie van de Amerikaanse dollar is de import weer op gang gekomen en zijn de supermarkten gevuld. Maar de bevolking –voor 90 procent werkloos– kan de producten niet betalen en overleeft zoals altijd: in de straathandel en informele economie, waar de producten goedkoper zijn en handel zich niet laat beperken tot een formele munt.
„Je moet een beetje creatief zijn”, zegt Mission (27). „Jezelf goed presenteren, en een beetje durven.” Mission zelf weet hoe. Met zijn vlotte babbel en wijde hiphopkleren lijkt hij eerder weggelopen uit een Amerikaanse hiphopclip dan uit een Zimbabwaanse volkswijk, waar hij met vrouw en twee kinderen in een zelfgebouwd stenen huisje bij zijn ouders inwoont. Ook in Highfields, dus doorgaans zonder water en elektriciteit.
Mission handelt in tweedehands auto’s. Met nog twee vrienden koopt hij ze in Zuid-Afrika, rijdt ze de grens over („soms legaal, soms illegaal”) en knapt hij ze op. Op een afgelegen grasveld verkoopt een bekende ze. Ze slijten twee auto’s per maand met gemiddeld 800 dollar per auto winst: ook gedeeld door drie een prima maandloon. Anderen importeren tweedehands kleren of verkopen aardappels en groente van het platteland.
De doorsnee informele handelaar verdient maandelijks zo’n 350 dollar, zegt Khumbulani Ndlovu van de vakbond ZCTU. Werknemers van de overheid –leraren, artsen en de politie– blijven op 200 dollar steken. „Niemand weet precies wat een dollar waard is. En er zijn geen munten van in omloop. Wisselgeld krijg je in lolly’s of sigaretten. Je bent dus zo door je geld heen.” Ndlovu schat de armoedegrens voor een gezin met kinderen op 500 dollar per maand. Bijna geen Zimbabwaan haalt dat bedrag. Wie kan, verbouwt zelf groente in de tuin.
Bij afwezigheid van een formele economie veranderen pleinen en straten in openbare markten. Wie legaal wil staan, betaalt in de oostelijke stad Mutare 30 dollar voor een plekje onder een houten afdak. Maar bij gebrek aan ruimte of geld staan duizenden mensen buiten, vooral vrouwen, hun waar uitgestald op een kleedje of in emmers. „Als het maar mobiel is”, zegt Linet Nanyiyo, handelaar in kleurige geweven kleden, uit Mozambique geïmporteerd. „Wie niet snel genoeg weg is bij een klopjacht, is z’n handel kwijt plus twintig dollar boete.” De meeste handelaren hebben niet meer dan de waar die ze verkopen, laat staan twintig dollar. Ze moeten elkaar vrijkopen, vertelt Nanyiyo, en lenen elkaar om nieuwe handelswaar te kopen.
„De agenten die hen overdag wegjagen, kopen ’s avonds hun eten op de markt”, zegt Aaron Mangaiso, van de Vakbond voor Informele Economie (ZCIEA) in Mutare. Met steun van het Nederlandse ICCO probeert de vakbond de handelaren te verenigen, zodat ze niet hun buurman beconcurreren, maar samen voor hun rechten strijden. „Met 200 euro salaris komt een agent nergens in de supermarkt”, zegt Mangaiso. „Agenten houden de waar die ze in beslag nemen uit pure armoe. Hun salaris is te laag om van te leven.”
Aanfluiting
Bij de verkiezingen van 2008 won oppositiepartij MDC de eerste ronde. Mugabe opende een klopjacht op MDC’ers: tienduizenden gewonden en 200 doden verder won de oud-revolutionair de tweede ronde. Volgens sommige MDC’ers in Harare moesten de burgers hun stem laten zien op het ZANU-hoofdkantoor.
Onder internationale druk sloot Mugabe een coalitie met de MDC. Oppositieleider Tsvangirai is premier, Mugabe blijft president. Volgens Jack (39), MDC-leider in de volkswijk Mbare, is de coalitie een aanfluiting. „Om het halfuur speelt Mugabes propagandafilmpje op radio en tv. Elk journaal draait om hem en zijn revolutie tegen de blanke imperialisten. Als er stroom was, liet ik het je zien. Over Tsvangirai hoor je nooit wat. Half Zimbabwe moet denken dat hij intussen vermoord of opgestapt is.”
Jack trekt een lokaal biertje open bij een houtvuur waarop een pot maismeel pruttelt: ook in Mbare is geen stroom. Achter hem dollen zijn twee kinderen op het erf. In 2008 zaten ze drie dagen vast na het neerhalen van een verkiezingsposter van Mugabe. Jack weigerde naar het bureau te komen; hij was gevlucht en wist dat politie op hem uit was. Pas nadat hij dreigde CNN te bellen, kreeg hij zijn kinderen terug.
„De tegenwerking is nu milder, maar net zo effectief. We krijgen nooit een vergunning voor partijbijeenkomsten. Houden we ze toch, dan slaat de politie ze uiteen. Soms komt de vergunning een dag van tevoren, zodat we dan pas kunnen aanplakken en omroepen. Dan nog worden we van straat gehaald: ook daar is een vergunning voor nodig. Terwijl de ZANU-PF bijeenkomsten organiseert waar niemand om gevraagd heeft.”
Drugskartel
Farai Maguwu, directeur van het Centre for Research and Development, werd begin juni opgepakt vanwege het lekken van vertrouwelijke economische informatie. Maguwu had een rapport gepubliceerd waaruit bleek dat van de 500 miljoen dollar aan diamantenopbrengsten die sinds 2006 uit de mijnen van Marange gedolven zijn, geen cent bij de bevolking terecht is gekomen. Delvers doen er onder dwang zwaar en gevaarlijk werk, en worden met mishandeling en verkrachting in het gareel gehouden.
Ministers hebben eigen kartels in de mijnenvelden opereren, die persoonlijk voor hen delven. Het leger heeft de diamantenvelden hermetisch afgesloten. Er zou nog voor 2 miljard dollar voorraad liggen Maar zelfs Maguwu weet vooral veel niet, omdat hij uit het gebied geweerd wordt en er zelden informatie uitlekt.
„Zimbabwe heeft ongeveer 20 procent van de diamantvoorraad wereldwijd”, zegt Maguwu, die zijn spreekverbod in het geval van buitenlandse pers niet zo nauw neemt. „Een fatsoenlijke regering kan met zorgvuldige exploitatie het hele land op de rails zetten, zoals Botswana en Namibië met veel kleinere voorraden hebben gedaan. Deze regering is alleen in haar eigen voortbestaan geïnteresseerd. Ze rooft de boel vakkundig leeg. Ze is gebaat bij desinformatie, onderling wantrouwen en armoede. De belangen van het regime staan haaks op die van het volk. De chaos in Zimbabwe is doordacht van boven opgelegd. Zolang iedereen dagelijks aan het overleven is, heeft niemand tijd of energie om uit te zoeken wat er werkelijk aan de hand is.”
Mugabe is 86, en heeft ook het eeuwige leven niet. Maar veel Zimbabwanen schatten in dat er na zijn dood of vertrek andere ZANU-kopstukken in het vacuüm springen. De echte macht ligt al niet meer bij Mugabe, die het grootste deel van de dag op bed schijnt door te brengen, maar bij de hoge partijfunctionarissen. Die zullen na Mugabes dood hooguit onderling om de opvolging strijden, waardoor vrije verkiezingen een illusie zullen blijven.