Het uitzendbedrijf uit Diemen draaide een nettoverlies van 3,3 miljoen euro, tegen een negatief resultaat van 2,5 miljoen euro in dezelfde periode vorig jaar.

„Zoals verwacht was de vraag in onze markten in het eerste kwartaal zwak”, aldus bestuursvoorzitter B. Noteboom van Randstad dinsdagmorgen. Daarbij wees hij vooral op de achterblijvende vraag en resultaten in Nederland en Duitsland.

De omzet is in de eerste drie maanden met 4,3 procent teruggelopen naar 1,217 miljard euro. Dit schrijft Randstad voor een groot deel toe aan een lagere waarde van de dollar ten opzichte van de euro.

Daarnaast daalde de omzet van het bedrijf in de Nederland met 5 procent naar 492,2 miljoen euro. Daarmee is de thuismarkt nog altijd goed voor circa 40 procent van de totale omzet. De tweede markt voor Randstad, Verenigde Staten, kende een teruggang van 16 procent naar 255,8 miljoen euro. Duitsland viel 5 procent terug naar 113,6 miljoen euro.

Het bedrijf gaat ervan uit dat in het tweede kwartaal de bedrijfsresultaten eveneens lager zullen uitvallen in vergelijking met een jaar eerder. Gezien het onzekere economische klimaat zal Randstad zich volgens Noteboom blijven concentreren op kostenbeheersing.

In de eerste drie maanden heeft het bedrijf de kosten met 9,9 procent weten te drukken. Zo zijn de personeelskosten met ruim 16 miljoen euro gedaald naar 165,2 miljoen euro en werden bij alle werkmaatschappijen reorganisaties doorgevoerd. Daarnaast wordt bijna de helft van de besparingen toegeschreven aan een meevaller: namelijk de euro, die meer waard is geworden.

Verder heeft Randstad zijn nettoschuldenpositie flink weten te verbeteren, mede door de verkoop van onroerend goed. In het eerste kwartaal daalden de nettoschulden naar 134,1 miljoen euro, ten opzichte van 360,2 miljoen euro in de eerste drie maanden van 2002. Daardoor zakten de rentelasten naar 2,1 miljoen euro, tegen 4,4 miljoen euro een jaar eerder.