VS zeggen bezitters chemische wapens de wacht aan
Er is „niets gevaarlijkers vandaag” in de wereld dan landen waar het bezit van massavernietigingswapens samengaat met steun aan terrorisme. De Verenigde Staten zullen dan ook, samen met andere landen, de nodige actie ondernemen om te zorgen dat chemische wapens niet in verkeerde handen komen en internationale afspraken worden nageleefd.
Dat verklaarde de Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken voor ontwapeningsvraagstukken, Stephen Rademaker, maandag in Den Haag in de marge van de eerste herzieningsconferentie van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW).
Rademaker riep alle landen op toe te treden tot de OPCW en zich te onderwerpen aan het controlemechanisme van de organisatie. Hij noemde drie niet-leden met naam, Syrië, Libië en Noord-Korea, die volgens de VS werken aan programma’s om aan chemische wapens te komen. Ook in OPCW-lid Iran toonde Rademaker weinig vertrouwen.
De organisatie werkt sinds 1997 aan de uitvoering van de Chemische-Wapensconventie (CWC) die productie, opslag en gebruik van dergelijke wapens verbiedt en voorziet in gecontroleerde vernietiging van de bestaande voorraden. Op de eerste herzieningsconferentie wordt het functioneren van de organisatie, waarbij 151 landen zijn aangesloten, geëvalueerd.