Liu raakt met zijn kritiek de Chinese partij in haar kern
OSLO – Zijn naam gonsde al jaren in de geruchtenmachine rond de Nobelprijs voor de vrede. China riep ook al even lang dat de prijs vooral niet naar de 54-jarige dissident Liu Xiaobo moest gaan. Het Noorse Nobelcomité besloot vrijdag echter anders.
Liu zit momenteel gevangen in een kamp zo’n 300 kilometer ten noordoosten van Peking. Hij kan dus zeer waarschijnlijk niet in december bij de uitreiking van de Nobelprijs in Oslo aanwezig zijn. Volgens waarnemers zou Liu mogelijk pas zaterdag van zijn vrouw horen dat hij de prijs gewonnen heeft. Zij mag hem een uur per maand bezoeken. Liu zit elf jaar vast, wegens „het aanzetten tot het ondermijnen van de staatsmacht.” De hoogleraar literatuur was een van de drijvende krachten achter Charta 08, een document dat door honderden Chinezen werd ondertekend en dat de communistische overheid opriep te hervormen.
De mensenrechtenactivist zit niet voor het eerst vast. Ondanks de repressieve maatregelen van Peking heeft hij zijn mening nooit onder stoelen of banken gestoken. Hij kwam daardoor in een zogenaamd heropvoedingskamp terecht. Daar verrichtte hij drie jaar dwangarbeid, omdat hij door kritiek op de Communistische Partij van China te uiten geruchten en laster zou hebben verspreid en de openbare orde zou hebben verstoord.
De Chinese veiligheidsdiensten hebben sinds de protesten op het Plein van de Hemelse Vrede in 1989 extra aandacht voor Liu. Die studentendemonstraties kregen wereldwijd aandacht toen de Chinese overheid het plein met tanks liet ontruimen. Tientallen studenten werden onder de voet gelopen. „De massaslachting heeft diepe indruk op me gemaakt”, zei Liu in 2008 in een interview met de BBC. Ook zijn rol daarin leidde tot een gevangenisstraf.
Door zijn jarenlange gevecht tegen mensenrechtenschendingen en zijn vreedzame acties voor meer democratie heeft Liu internationale bekendheid gekregen. Zijn naam is bij het grote publiek niet bekend, maar onder mensenrechtenactivisten, schrijvers en overheden is hij een bekende figuur. Tientallen schrijvers riepen dan ook luidkeels op tot zijn vrijlating. Ook de regeringen van de Verenigde Staten en landen in Europa oefenden druk uit op China om Liu met rust te laten.
Liu raakt met zijn kritiek de Chinese Communistische Partij in haar kern. Zijn activisme vertegenwoordigt alles waar de Chinese leiders bang voor zijn: hij kan massa’s op de been krijgen, politiek debat op gang brengen en internationaal steun verwerven. Voor Peking een recept voor verstoring van de harmonie, een constante vrees voor verlies van macht.
Liu werd dan ook altijd in de gaten gehouden. Agenten stonden voor zijn huis en rond feestdagen mocht hij niet in Peking zijn en werd zijn telefoon afgeluisterd. Zijn advocaten en vrienden werden geregeld gearresteerd. Hijzelf verdween in 2008 na een inval van de politie in zijn woning. Zijn vrouw wist dagenlang niet waar hij was. Pas na een maand werd zijn arrestatie officieel bevestigd. Daarna duurde het nog een jaar voor hij officieel werd aangeklaagd.