De site baseert zich op verklaringen van anonieme eurocommissarissen maar ook op uitlatingen van Derk Jan Eppink, een Nederlander die voor een Belgische partij in het Europees Parlement zit. Hij was eerder medewerker van Europees Commissaris Bolkestein.

„Kleine lidstaten leggen minder gewicht in de schaal”, aldus Eppink desgevraagd. „Grote landen als Frankrijk en Duitsland kunnen veel makkelijker lobbyen en trekken dus ook meer in Brussel aan de bel.” Hij noemt de voormalige Duitse eurocommissaris Günter Verheugen als iemand „die een rechte lijn met de Duitse industrie had”.

Volgens Eppink proberen de grote landen ook vaak rechtstreeks te lobbyen bij de voorzitter van de Europese Commissie, de Portugees José Manuel Barroso. Zo wist de Franse president Nicolas Sarkozy in de Romakwestie Barroso te bewerken tot minder vergaande stappen tegen zijn land.

Nederlandse eurocommissarissen laten zich nauwelijks voor het karretje van hun regering spannen, weet Eppink. De contacten van Bolkestein en zijn opvolgster Kroes met Den Haag zijn volgens hem „relatief summier”.

Een ingewijde in Brussel vindt het „te gemakkelijk” om een onderscheid te maken tussen grote en kleine lidstaten als het om de opstelling van de eurocommissarissen gaat. Ook commissarissen uit bijvoorbeeld Griekenland en Cyprus laten vaak het nationale belang voorgaan, terwijl de Franse eurocommissaris Michel Barnier zich in het conflict tussen Brussel en Parijs over de Roma redelijk terughoudend opstelde, aldus deze bron.