Binnenland

Criterium stabiliteit brengt niet per se bij D66

Ooit klaagden we steen en been over de saaiheid van de Nederlandse politiek. Maar dat is lang geleden. Tegenwoordig is de klacht omgekeerd: Wanneer wordt het eindelijk eens wat minder spannend aan het Binnenhof? Sinds de opkomst van Fortuyn, nu anderhalf jaar geleden, is in de Haagse politiek sprake van permanente opwinding.

25 April 2003 23:10Gewijzigd op 14 November 2020 00:17

Ook deze week wilde de spanning weer niet wijken. Wie antwoord wil op de prangende vraag met welke partner CDA en VVD verder willen, met D66 of met ChristenUnie en SGP, moet tot na het weekend wachten.

Zijn de twee grote jongens bezig de kleintjes tegen elkaar uit te spelen? Of weten ze werkelijk niet wie ze moeten kiezen? Beide suggesties bevatten iets van de waarheid. Heeft het CDA een voorkeur voor klein christelijk, de VVD ziet het meest in D66. Dit probleem lost zich het gemakkelijkst op als een van beide ’kleintjes’ zichzelf door overvragen uit de markt prijst, iets wat tot nu toe niet gebeurt.

Dat het CDA ChristenUnie en SGP prefereert, is begrijpelijk. De christen-democraten zien in deze kleine partijen een natuurlijker bondgenoot dan in het libertaire D66. De partij van Dittrich is bovendien nog altijd dezelfde als die van Van Mierlo, de D66-voorman die in 1994 de grote kracht was achter de vorming van paars en die met deze daad het CDA voor acht jaar van het pluche schoof.

Dat de VVD een voorkeur heeft voor D66, is eveneens begrijpelijk. De partij heeft zich in het verleden regelmatig sociaal-liberaal genoemd en dat klinkt voor de VVD -afhankelijk van waar je het accent legt- niet slecht. In het Europees Parlement vormen beide één fractie. Ook hebben beide partijen acht jaar lang samen in de Trêveszaal gezeten.

Toch valt op die voorkeur ook wat af te dingen. Het was met name de VVD die de laatste jaren het gevoel kreeg dat de paarse chemie was uitgewerkt en dat de huidige grote maatschappelijke problemen, economische teruggang, onveiligheid op straat, internationale instabiliteit, met een nieuwe formule te lijf gegaan moesten worden. De vraag is of die nieuwe formule werkelijk gevonden kan worden als je de geest, de spil van paars opnieuw in het kabinet haalt.

Het zal toch niet alleen oppositioneel geschreeuw zijn geweest toen toenmalig D66-leider De Graaf van de regeringsverklaring en het strategisch akkoord van Balkenende I in de diverse kamerdebatten niets heel liet? Dat de nieuwe D66-leider Dittrich inmiddels een draai heeft gemaakt en alsnog bereid is gebleken te praten over regeringsdeelname, heeft vooral te maken met de wens de LPF buiten de deur te houden en met de angst in de oppositie onzichtbaarder te zijn dan in het kabinet. Met een eensgeestes zijn met het CDA en de huidige VVD heeft het helemaal niets uit te staan.

Dat brengt bij het belangrijkste argument waarom CDA én VVD zich drie keer zouden moeten bedenken voor zij met D66 in zee gaan: de stabiliteit van de regering. Stabiliteit is voor elk kabinet van belang, maar voor de nu te vormen regering zeker. Na anderhalf jaar politieke onrust is het de hoogste tijd dat het land weer met vaste hand en consistent bestuurd gaat worden. Dit klemt te meer daar er pijnlijke ingrepen gedaan moeten worden in de economie en de verzorgingsstaat, een taak die alleen door een vastberaden en coherent kabinet goed uitgevoerd kan worden. Het staat niet zonder meer vast dat de keuze voor D66 aan zo’n stevig en eensgezind kabinet bijdraagt.

Een door twee rechtse partijen omsingeld D66 kan het in een kabinet wel eens heel moeilijk krijgen. Als harde beleidsmaatregelen genomen gaan worden, komt D66 automatisch in een ongemakkelijke positie. Veel moeilijker dan CDA en VVD zal zij antwoord kunnen geven op het scherpe verwijt van PvdA, GroenLinks en SP dat het kabinet een asociaal beleid voert.

De vraag is of D66 in zulke omstandigheden door dik en dun het kabinet zal blijven steunen, of dat de partij gemakkelijk een risicofactor wordt. Opmerkelijk is in elk geval dat de breuk tussen CDA en PvdA onder meer veroorzaakt werd door een verschillende visie op de Irak-oorlog, terwijl het nu aanschuivende D66 over die oorlog niet minder kritisch deed. Er hoeft straks wellicht niet zo veel te gebeuren of de minderheid van prominente D66’ers, die momenteel al tegen deelname aan deze formatie is (Borst, Brinkhorst, Kohnstam), slaat om in een meerderheid.

De kans op een stabiel kabinet met de kleine christelijke partijen zou daarom wel eens groter kunnen zijn dan bij een regering met D66. ChristenUnie en SGP zijn geen partijen die politieke spelletjes spelen en een samenwerking om bijvoorbeeld electorale redenen opblazen. Ze staan voor hun handtekening, zo hebben CDA én VVD de laatste weken al vaker publiekelijk erkend. En als om de degelijkheid en stabiliteit van de SGP te onderstrepen, zette SGP-leider Van der Vlies deze week een grote taart op de tafel van de informateurs: Alstublieft, een traktatie van een 85-jarige!

Maar kan binnen de SGP niet evenzeer tumult losbreken als de partij voor het eerst gaat regeren en wellicht meer compromissen moet sluiten dan haar lief is? Oud-ChristenUnie-kamerlid Van Middelkoop heeft dat scenario al in het openbaar voorspeld.

Die gang van zaken kan natuurlijk niet uitgesloten worden, maar de signalen van wat in de SGP gaande is, wijzen er vooralsnog niet op. Bijna alle reacties uit de achterban op de huidige besprekingen zijn positief. Niet in de zin van: Jullie moeten gaan regeren. Wel in de trant van: We hebben er het volste vertrouwen in dat jullie op verantwoorde wijze bezig zijn. Of het nu tot regeren komt of niet.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer