Christelijk zonder Bijbel
Er is bijna geen ziekenhuis in Nederland dat het vanouds niet heeft: een christelijke achtergrond. Anno 2003 zijn de zorginstellingen die deze identiteit nog steeds uitdragen zeer schaars. Behalve veranderingen in de samenleving lijkt de fusiegolf in de ziekenhuiswereld daar in belangrijke mate debet aan. „Wanneer het aantal christenen in de minderheid komt, hoeft de grondslag niet koste wat kost behouden te blijven.”
Het is alsof de geschiedenis zich herhaalt. De cliëntenraad van het Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede schreef onlangs een notitie over de christelijke identiteit van de zorginstelling. De boodschap: het ziekenhuis mag zich best verwant voelen met de christelijke traditie, maar het is écht uit de tijd om je daarbij te baseren op bijbelse normen en waarden.
Met de roep om een identiteitsverandering rakelt de cliëntenraad een discussie op die aan het eind van de jaren ’80 in alle hevigheid werd gevoerd. Bij de fusie van vier ziekenhuizen in Ede, Wageningen, Bennekom en Veenendaal werd toen besloten de daaruit ontstane zorginstelling een christelijk karakter te geven. Net zoals dat altijd het geval was bij een van de fusiepartners: het protestants-christelijk Streekziekenhuis in Bennekom ”op gereformeerde grondslag”.
Wat toen centraal stond, voert ook nu de boventoon in de discussie. Want een ziekenhuis met een verzorgingsgebied van 220.000 mensen mag niet zomaar weigeren een abortus uit te voeren, zegt voorzitter P. van der Klok van de cliëntenraad. Nu doet het ziekenhuis dat wel, een enkele uitzondering daargelaten. „Wat mij betreft moet abortus gewoon kunnen in de Gelderse Vallei. Christenen mogen op dat punt best hun mening uitdragen, maar die niet opleggen aan anderen.”
Als de cliëntenraad zijn zin krijgt is het de vraag wat er precies zal veranderen in het ziekenhuis. Immers, vrouwen die een abortus willen, gaan daarvoor vrijwel zonder uitzondering naar een daarvoor ingerichte kliniek. Van het totaal van 2069 abortussen in Gelderland werden er twee jaar geleden slechts 45 uitgevoerd in een van de zeven ziekenhuizen in de provincie. Bovendien is het christelijk karakter van het ziekenhuis Gelderse Vallei ook op andere punten niet dominant aanwezig. Op de kinderafdeling is zelfs geen kinderbijbel te vinden. En bij het aannamebeleid voor nieuw personeel gaat het ziekenhuis ervan uit dat medewerkers de grondslag respecteren. Of ze die ook onderschrijven, is wat anders.
Fusies
Dat de identiteit van ziekenhuizen -meestal na fusies- onder druk komt te staan, is niets nieuws. De achterliggende decennia laten zien dat gezondheidsinstellingen die ooit een duidelijk christelijk karakter hadden, daar inmiddels ver van zijn weggedreven. Het Groene Hartziekenhuis in Gouda bijvoorbeeld. Ontstaan uit een fusie in 1992 van de ziekenhuizen Bleuland en St. Jozef. Van het katholieke karakter van de laatstgenoemde is weinig meer over. Maar nog minder is er te merken van het protestants-christelijke karakter van een voorloper van het Bleuland, het hervormde diaconessenhuis De Wijk. Dat fuseerde in 1970 met het seculiere Van Ittersomziekenhuis. Woordvoerster Reneé Merkx van het Groene Hartziekenhuis: „Daarbij is toen al besloten dat het ziekenhuis geen christelijk karakter zou krijgen. Wel zijn enkele gewoonten gehandhaafd. Zo worden er tot op de dag van vandaag nog iedere zondagavond geestelijke liederen gezongen in de kerkzaal. Ook zijn er geestelijk verzorgers beschikbaar.”
Het Goudse hospitaal is niet uniek. Het Beatrixziekenhuis in Gorinchem, dat dankzij fusies tegenwoordig werkt onder de naam Rivas Zorggroep, heeft ook christelijke wortels. Maar woordvoerster Coby Nieuwstad krabt toch even achter haar oor bij de vraag hoe dat precies zit. Uiteindelijk diept ze de benodigde informatie op uit een boekje over het 25-jarig bestaan in 1985. „Het christelijk streekziekenhuis uit 1960 had aanvankelijk een neutraal en een protestants-christelijk deel. Maar sinds de nieuwbouw, ook al weer een tijdje geleden, is dat losgelaten. Ik heb zelf altijd de indruk gehad dat het een algemeen ziekenhuis was.”
Zingen op de gang
Van recenter datum is de fusie van de hospitalen in de Drechtsteden. Het daaruit ontstane Albert Schweitzerziekenhuis in Dordrecht -met daarin opgenomen het protestantse Refaja- is in naam christelijk. Maar de praktijk is weerbarstiger, schetst ds. J. G. Schenau, christelijk gereformeerd predikant te Dordrecht. In een column in het kerkblad De Wekker beschrijft hij hoe het vroeger was. „Alleen de naam al: Refaja - De Heere geneest. Maar de identiteit kwam uit op allerlei wijze. De zusters lazen met de patiënten uit de Bijbel en op zondagmorgen zongen ze op de gangen. Als de dominee kwam kreeg hij voorrang op de verpleging. Dan ging de deur dicht, met een bordje aan de buitenkant. (…) En op de weg naar de OK stond op de muur geschreven ”Mijn oog zal op U zijn”.”
Als ds. Schenau vandaag de dag een bezoek brengt aan een patiënt, heerst er een ander klimaat. „Vroeger was het: loopt u maar door. Nu vraagt de receptioniste eerst toestemming aan de patiënt en dan pas mag ik verder komen. Ik merk het ook aan andere dingen. Verpleegkundigen komen niet meer toe aan het op zaal lezen uit de Bijbel.” Patiënten laten hem soms hun bezorgdheid blijken. „Met het wegvallen van het christelijk karakter is er ook op ethisch terrein veel gebeurd. Ik wil niet meedoen aan indianenverhalen op dat gebied, maar mensen vragen mij regelmatig of ze zich nog wel aan een arts kunnen toevertrouwen omdat ze bang zijn voor euthanasie.”
De ziekenhuizen die ondanks fusies toch christelijk willen blijven, zijn op de vingers van één hand te tellen. En waar dat besluit valt, roept het vaak discussie op. Ziekenhuis Sint Jansdal in Harderwijk besteedde enkele jaren geleden nog aandacht aan het onderwerp, omdat uit onderzoek bleek dat de aandacht ervoor verslapte. In Ede laait op dit moment de discussie weer op, nadat in de jaren ’80 het besluit viel om het ziekenhuis Gelderse Vallei een christelijke grondslag te geven.
En van de belangrijkste woordvoerders in de periode van de fusie was dr. W. IJ. Aalbersberg, de toenmalig bestuursvoorzitter van het protestants-christelijke Streekziekenhuis in Bennekom. Hij belandde uiteindelijk voor de rechter nadat het ziekenhuis besloot geen abortusvergunning aan te vragen. Dat leverde problemen op met twee gynaecologen van het als vooruitstrevend bekendstaande Pieter Pauwziekenhuis in Wageningen. Het bestuur won de zaak en de abortuspraktijken werden na een overgangsperiode stopgezet. Weliswaar werd in 1993 een vergunning aangevraagd, maar die dient alleen voor zwangerschapsonderbreking op medische indicatie.
Aalbersberg stelt dat destijds duidelijk is vastgelegd dat het ziekenhuis christelijk zou worden. „We hebben uitdrukkelijk gekozen voor de term ”christelijk op bijbelse grondslag”. Dat is multi-interpretabel, maar op die manier kon iedereen ermee leven. Wel is mijn persoonlijke mening dat je dit niet dwingend mag opleggen. Wanneer het aantal christenen in deze omgeving in de minderheid komt, hoeft de grondslag niet koste wat kost bewaard te blijven.” Op dit moment acht Aalbersberg het voorstel van de cliëntenraad wat uit de lucht gegrepen. „Je moet eerst kijken of de verhoudingen anders liggen dan toen. Anders moet het absoluut een christelijk ziekenhuis blijven, daar is een harde strijd voor geleverd.”
Omgeving
De discussie in Ede roept de vraag op in hoeverre een ziekenhuis in een geseculariseerde samenleving zich nog kan beroepen op christelijke waarden en normen. Directeur algemene zaken J. Moerland van het protestants-christelijke Van Weel-Bethesdaziekenhuis in Dirksland denkt dat dat in belangrijke mate afhangt van het draagvlak in de omgeving. „In ons verzorgingsgebied wordt de cultuur in belangrijke mate bepaald door de protestants-christelijke levensovertuiging en traditie.” Volgens hem betekent dat niet dat er geen ruimte is voor andersdenkenden. „We willen er nadrukkelijk zijn voor iedereen, ongeacht de kerkelijke achtergrond of levensovertuiging.” Ook binnen het personeelsbestand is daarvoor ruimte. „Onze ervaring is dat zolang alle betrokkenen bereid zijn met elkaar in gesprek te gaan, verschillende levensovertuigingen niet tot onoverbrugbare problemen leiden.”
Het Dirkslandse hospitaal let met name bij zijn aannamebeleid voor leidinggevenden wél op de identiteit van sollicitanten. Moerland: „Voldoende kwaliteit is echter te allen tijde een must. Van anderen wordt ten minste respect voor de protestants-christelijke achtergrond van het ziekenhuis verlangd.” Een medisch-ethische commissie buigt zich over vraagstellingen rond het levenseinde en maakt daarvoor protocollen. „Die worden strikt gehanteerd”, aldus de directeur. Daarnaast let een commissie identiteit op de uitwerking van de grondslag. „Die organiseert paas- en kerstwijdingen, zondagse diensten, discussieavonden en adviseert de raad van bestuur omtrent identiteitskwesties.”
Advies
Moerland heeft geen rechtstreeks advies voor de wijze waarop een ziekenhuis moet handelen als het christelijk wil blijven. Wel stelt hij dat in Dirksland niet valt te onderhandelen over „essentiële zaken die behoren bij de protestants-christelijke achtergrond. Belangrijk hierbij is dat we niet roomser dan de paus willen zijn en onderscheid maken tussen bijbelse waarden en protestants-christelijke tradities. We willen vooroordelen over en weer wegnemen. Als iedereen wat rekening met elkaar houdt, leidt het handhaven van de protestants-christelijke identiteit niet tot onoverkomelijke problemen.”