Paus eert antimaffiarechter Falcone
PALERMO (ANP/DPA/AFP) – Paus Benedictus XVI heeft zondag bij een kort bezoek aan Sicilië fel stelling genomen tegen de georganiseerde misdaad op het roemruchte eiland. Hij eerde onaangekondigd de in 1992 door de maffia vermoorde onderzoeksrechter Giovanni Falcone door op weg naar het vliegveld van Palermo te stoppen in Capaci en bloemen te leggen bij de plaats waar Falcone in 1992 met een bomaanslag werd vermoord. Falcone werd een symbool van de strijd tegen de Siciliaanse maffia en verloor bij de aanslag samen met zijn vrouw en drie lijfwachten het leven. Ook Falcone’s naaste medewerker, de openbaar aanklager Paolo Borsellino, werd in hetzelfde jaar met een bomaanslag vermoord.
De luchthaven van Palermo is naar de twee genoemd. Paus Benedictus vertrok uit Palermo na op het Politeamaplein in het centrum tegen vele duizenden samengeschoolde jongeren te hebben gezegd dat de maffia een weg van dood inhoudt. „Geef niet toe aan de ingevingen van de maffia, want die zijn een weg van de dood”, aldus de paus die vervolgens een ovatie kreeg. In de middag had de paus de Sicilianen tijdens een mis aan het strand reeds aangemoedigd zich niet neer te leggen bij de plaag van de georganiseerde misdaad en de werkloosheid.
Het was de eerste keer sinds hij in april 2005 tot paus werd gekozen, dat hij op Sicilië was. Tijdens een openluchtmis, waaraan volgens een woordvoerder van het Vaticaan 200.000 mensen deelnamen, probeerde hij „degenen die fysiek en moreel lijden onder de georganiseerde misdaad” moed in te spreken. Hij riep de Sicilianen op zich duidelijk over menselijke en christelijke waarden uit te spreken en een voorbeeld te nemen aan de priester Don ‘Pino’ Puglisi. Deze moedige bestrijder van de Siciliaanse maffia of Cosa Nostra werd in 1993 vermoord, enkele maanden voor een bezoek van de toenmalige paus, Johannes Paulus II, aan Sicilië.
Deze voorganger van Benedictus haalde toen in de stad Agrigento naar de maffia uit. Met gebalde vuist en luide stem viel hij de leden van de maffia aan en waarschuwde hen dat zij zich eens voor hun misdaden aan Gods oordeel zouden moeten onderwerpen, tenzij zij zich zouden bekeren.