Sterk verdeeld Bosnië kiest president en parlement
SARAJEVO (ANP) – In Bosnië-Herzegovina worden zondag nieuwe presidenten en parlementen gekozen. Bijna vijftien jaar na het vredesakkoord van Dayton staat het leven in het Balkanland nog steeds in het teken van de bloedige oorlog van 1992 tot 1995.
Ondanks jarenlange miljardensteun uit het buitenland verkeert de Bosnische economie in de problemen: de werkloosheid ligt rond de 43 procent en 20 procent van de circa 4 miljoen inwoners leeft onder de armoedegrens. Volgens Transparency International, een organisatie die omkoping wereldwijd onderzoekt, is Bosnië het meest corrupte land van de Balkan.
De politieke instellingen van het land op nationaal niveau zijn vrijwel verlamd. Het land is de facto een soort EU-protectoraat en staat onder toezicht van de hoge vertegenwoordiger van de internationale gemeenschap, Valentin Inzko. De Oostenrijker kan wetten maken en vernietigen en ambtsdragers ontslaan.
Volgens het vredesverdrag van Dayton is Bosnië verdeeld in twee entiteiten met vergaande autonomie, de moslim-Kroatische federatie en Republika Srpska (RS) van de etnische Serven.
Op alle politieke niveaus zijn nationalistische politici van de drie grote etnische groepen (moslims, Serven en Kroaten) nadrukkelijk aanwezig. Dat is een erfenis van de oorlog die aan meer dan 100.000 mensen het leven heeft gekost. Een van de bekendste tragedies is de volkenmoord na de val van Srebrenica op 11 juli 1995. Nederlandse blauwhelmen konden na de Bosnisch-Servische verovering van de enclave de dood van ongeveer 8000 moslimmannen niet voorkomen.
De traumatische ervaringen van de oorlog zijn volop in het geheugen en het openbaar debat aanwezig. Met name Haris Silajdzic, het moslimlid van het driekoppige nationale presidentschap, gooide de afgelopen jaren olie op het vuur. Volgens hem is RS een op genocide gebaseerde staat en hoort die te worden afgeschaft. Hij pleit voor een Bosnië met sterke centrale instellingen.