Het ging om een Filipijns en een Kroatisch bemanningslid van het schip de Vespucci, dat zich in de havenstad Douala bevond. Het schip is eigendom van baggeraar Jan De Nul. Omdat het schip onder Luxemburgse vlag vaart, coördineerde de Luxemburgse overheid de pogingen om het tweetal vrij te krijgen. Op dezelfde dag als het Belgische schip werd ook een tweede boot overmeesterd. De vier bemanningsleden daarvan zijn volgens de minister ook vrijgekomen. Het is niet duidelijk waar zij vandaan komen.

De gijzelingen waren opgeëist door een rebellenbeweging uit het schiereiland Bakassi. Dit gebied viel lang onder Nigeriaans gezag, maar het Internationaal Gerechtshof in Den Haag wees het in 2008 toe aan Kameroen. De rebellen verzetten zich daartegen. Ze eisten dat acht strijders van de beweging zouden worden vrijgelaten uit de gevangenis. Dat is voor zover bekend niet gebeurd.