„Jullie kunnen er zeker van zijn. Op 3 oktober gaan we voor het eerst een vrouwelijke president in dit land kiezen”, zei Rousseff onlangs op een verkiezingsbijeenkomst. Erg gewaagd is die voorspelling niet, want in de prognoses voor de presidentsverkiezingen van zondag heeft Rousseff een voorsprong van circa 20 procent op haar naaste rivaal José Serra, de voormalige gouverneur van de deelstaat Sao Paulo.

Het huidige Braziliaanse staatshoofd Luiz Lula da Silva, die na twee termijnen volgens de grondwet niet een derde keer een gooi naar het presidentschap mag doen, heeft jarenlang nauw samengewerkt met Rousseff. De econome van Bulgaarse afkomst was onder Lula onder meer kabinetschef en minister van Economische Zaken. Ze had de leiding over belangrijke infrastructurele projecten en was voorzitter van de raad van bestuur van Petrobras, de staatsoliemaatschappij van Brazilië.

Lula prijst Rousseff om haar efficiënte manier van besturen. Anderen vinden haar als bestuurder kortaangebonden en veeleisend en gaven haar daarom de bijnaam IJzeren Dame.

Over één ding zijn vriend en vijand het echter eens. Dilma Rousseff is een vechtjas. Tijdens de militaire dictatuur (1964-1985) was ze actief in een linkse protestbeweging. In 1970 werd Rousseff opgepakt, gemarteld en voor ruim twee jaar naar de gevangenis gestuurd. Na het verlaten van de gevangenis stortte Roussef zich op uiteenlopende politieke activiteiten en een studie economie. Circa tien jaar geleden sloot ze zich aan bij de Arbeiderspartij van Lula.

Vorig jaar werd bij Rousseff kanker geconstateerd. Na een behandeling met chemotherapie verklaarden artsen haar genezen en kon de presidentskandidate van de PT zich weer volledig gaan richten op haar politieke en bestuurlijke taken.