Vierde landelijke zendingsdag HHK in Amersfoort
AMERSFOORT – Het Evangelie ging vanuit Antiochië de wereld door. Hoe dat ging, was het thema van de vierde landelijke zendingsdag van de Hersteld Hervormde Kerk, (HHK) zaterdag in Amersfoort.
Het thema, waarvan Handelingen 11 spreekt, werd in verschillende toespraken uitgewerkt. De dag werd bezocht door duizend bezoekers.
„We mogen ons verwonderen dat de Heere met Zijn Woord in de wereld gekomen is en daarmee doorgaat en dat Hij ons zendingswerkers gegeven heeft”, aldus ds. J. C. den Ouden, predikant te Opheusden, in zijn welkomstwoord. „We leven 2000 jaar na Antiochië. Het wonder van het Woord is er nog steeds, hoewel we voor de toekomst vrezen, zeker als we zien hoe de machten ons tegenstaan. Maar laten we omhoogzien.”
Antiochië was een stad vol liederlijkheid. Ds. W. Pieters, predikant te Garderen, schilderde de stad als het riool van het Romeinse rijk. Wie was nu bereid om daar het Woord te brengen? zo vroeg hij zich af. Tienduizenden waren uit Jeruzalem gevlucht, na de steniging van Stefanus. „Het knusse van de gemeenschap der heiligen was in Jeruzalem wreed verstoord. Vanwege de nood van de verdrukking en vervolging waren ze gevlucht, sommigen naar Antiochië. Niet dat ze een zendingsgevoel hadden, maar als verstrooiden wilden ze het zout der wereld zijn. Niet in een vaaatje of een Keulse pot. Wel als verstrooiden onder de volkeren”, aldus de Garderense predikant.
„Zij spraken het Woord van God en verkondigden Jezus. De haat kwam op hen af, maar ze konden niet zwijgen. Dat is een noodsein in onze richting”, aldus ds. Pieters. Ook door de Hersteld Hervormde Kerk zijn mensen uitgezonden, naar Malawi en Suriname. „Zo gaat het Woord op een wonderlijke manier de wereld in.”
In Suriname geeft het Woord van God opening voor etnische minderheden, vertelde ds. J. den Boer, predikant te Urk. Hij deed negen weken zendingswerk in Suriname. „Je struikelt er over de zendingswerkers”, zei hij, „maar niet over de gereformeerde leer. Juist daarvoor heeft de Heere de weg geopend.”
„De gemeente zendt”, zei ds. P. de Vries, predikant te Waarder. Het boek Handelingen der apostelen noemde hij liever „de handelingen van de Heilige Geest.” „De Geest zendt mensen uit. De kerk wordt door God opgericht en in stand gehouden. Daarom zegt Handelingen 11 dat de hand des Heeren met hen was. Als het goed is, is iedere christen een zendeling. Wat een wonder te mogen getuigen dat Hij ons levend heeft gemaakt door Zijn grote liefde. Genade Gods, oneindig groot. In de bede ”Uw Koninkrijk kome” staat het hele zendingswerk.”
J. Bayense, lid van de commissie evangelisatie van de HHK, sprak over ”Gods Woord in onze wereld”. Hij beschouwt de wereld als „het dagelijks leven, vrienden, buren, kennissen en collega’s.” Volgens hem is er een generatie opgegroeid die niets weet van God en Zijn Woord. „Zij kan niet bereikt worden door de kerk. Alleen door u.” Evangeliseren is volgens Bayense „vriendjes maken. Oog en oor hebben voor de mensen om u heen en bereid zijn te luisteren naar hen in hun situatie. Evangeliseren is een moeilijk, maar ook een prachtig werk.”
Over het onderwijs uit het Woord in de eerste christengemeenten sprak ds. Joh. Post, predikant te Putten. „Barnabas, de genade van God ziende, werd verblijd. Velen waren tot geloof gekomen. Het was Gods werk. Dat zien we ook in Malawi en in Suriname gebeuren”, aldus ds. Post.
Volgens P. Vogelaar, lid van het bestuur van de Zending Hersteld Hervormde Kerk, begint het proces van gemeentevorming met evangelisatie. Al drie jaar geeft Vogelaar ieder jaar enige tijd les in Malawi, waar inmiddels 160 gemeenten en 20 zendingsposten zijn, die bediend worden door ds. R. J. Oomen, vier evangelisten en twaalf lerend ouderlingen.
”Zicht op zending”, luidde het slotwoord van ds. A. den Hartog, predikant te Maartensdijk. Hij wilde het liever hebben over ”Zending op zicht”. „Dat we dat vandaag gehad mogen hebben”, zei hij. „Als je iets op zicht krijgt, moet je er iets mee doen. Je houdt het of je stuurt het terug.” Hij sprak de hoop uit dat de zaterdag aanwezige zendingsvrienden verliefd op de zending waren geworden.