Groeiende onenigheid over buitenlands beleid VS
De Amerikaanse ministeries van Defensie en Buitenlandse Zaken strijden in toenemende mate over de koers van de Amerikaanse buitenlandse politiek. Hoewel de ministers Rumsfeld en Powell zeggen op goede voet met elkaar te leven, zit het Pentagon steeds meer Powell dwars. Volgens The Washington Post van dinsdag zijn er intussen vrijwel dagelijks aanvaringen tussen ambtenaren van beide departementen.
Het is al langer duidelijk dat het ministerie van Buitenlandse Zaken van de ’duif’ Powell en het Pentagon van ’havik’ Rumsfeld het oneens zijn over de vorm van het naoorlogse bestuur in Irak. Terwijl Rumsfeld en de zijnen vooral aandringen op een rol voor uitgesproken pro-Amerikaanse en ook deels omstreden Iraakse bannelingen als Achmed Chalabi, zoekt Powell juist naar nieuwe bestuurders die op meer steun van de bevolking kunnen rekenen. Het Pentagon zette zijn zin door en bracht Chalabi alvast naar Irak.
De kwestie Noord-Korea is ook een splijtzwam. Rumsfeld en de zijnen hangen volgens de ambtenaren van Buitenlandse Zaken een te agressieve koers aan. Het Pentagon zou voor de besprekingen deze week met Pyongyang liever een ’hardliner’ als onderminister Bolton hebben afgevaardigd, maar Powell wist uiteindelijk toch zijn eigen gezant John Kelly benoemd te krijgen. Tot ergernis van het Pentagon.
De irritatie over de ’beleidsvoorstellen’ van Rumsfeld, die al ’Rummy-grams’ worden genoemd, is groot op het State Departement. Gevraagd en ongevraagd doen de minister en zijn adviseurs voorstellen die niet stroken met de lijn die Powell voorstaat. Zo is er op het Pentagon ook twijfel over de effectiviteit van de samenwerking met Rusland, de EU en de VN in de diplomatie rond het Midden-Oosten. Vele topfunctionarissen van het Pentagon wijzen op de tegenstribbelende houding van deze partners in de aanloop naar de jongste Golfoorlog. Zij verwachten daarom dat weinig vooruitgang kan worden geboekt.
De voormalige voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, Newt Gingrich, ontpopt zich intussen als een belangrijk vertolker van de Pentagon-lijn. Als vertrouweling van Rumsfeld en als lid van een adviesraad voor Defensie rept Gingrich ongegeneerd van een ’falend’ State Departement. Hij vergelijkt „zes maanden diplomatiek falen” in de kwestie-Irak met „een maand van militaire successen” in hetzelfde Arabische land.
De conservatieve Gingrich wil dat de bezem door Buitenlandse Zaken gaat. Volgens hem frustreert dat ministerie de pogingen van Bush om het terrorisme in de wereld te bestrijden. Gingrich is bijvoorbeeld des duivels dat Powell heeft aangekondigd naar Syrië te gaan, een land „met overduidelijke banden met het terrorisme”.
Powell zelf en zijn woordvoerders weigeren te spreken van een conflict met het Pentagon van Donald Rumsfeld. „Ik praat voortdurend met Don. We kunnen prima met elkaar overweg”, verzekerde Powell eerder al. Een topfunctionaris op Buitenlandse Zaken zei: „Als Gingrich een probleem heeft met Powell dan heeft hij ook een probleem met de president, want Powell heeft steeds gedaan wat de president wilde.”