In het meer wordt al enige tijd zowel door de Servische als door de Bosnische autoriteiten gezocht naar bewijsmateriaal voor oorlogsmisdaden. De Servische aanklager voor oorlogsmisdaden Bruno Vekaric noemde de vondst een grote vooruitgang in het onderzoek naar oorlogsmisdaden, die een aantal zaken een grote stap vooruit zal helpen. Sommige zaken zullen volgens hem nu mogelijk worden opgelost.

Het Bosnische instituut voor vermiste personen (INO) heeft intussen bekendgemaakt dat het zou gaan om inwoners van de aan het stuwmeer gelegen Bosnische stad Visegrad. Die zouden aan het begin van de Bosnische burgeroorlog in 1992 door Servische paramilitairen zijn vermoord.

Milan Lukic uit Visegrad, oprichter van de paramilitaire groep Witte Adelaars, werd vorig jaar door het Joegoslavië-Tribunaal veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf wegens oorlogsmidaden in Visegrad. Zijn neef Sredoje kreeg dertig jaar celstraf.

De Servische aanklager wilde zelf niet ingaan op de vraag in welke zaken de lijken bewijsmateriaal kunnen leveren. Eerst moet DNA-analyse van de stoffelijke overschotten worden uitgevoerd.

Eerder werd aan de Servische kant van het stuwmeer een koelwagen gevonden met daarin tientallen lijken van Albanezen uit Kosovo. Aan de Bosnische oever van het meer zijn trouwens aan het eind van de Tweede Wereldoorlog omgekomen Duitse Wehrmachtsoldaten begraven. Mogelijk zijn resten van die graven in het stuwmeer terechtgekomen.