Radic wordt er met generaal Mile Mrksic en kolonel Veselin Sljivancanin van verdacht verantwoordelijk te zijn voor de moord op meer dan 200 Kroatische burgers en krijgsgevangenen uit Vukovar. Mrksic heeft zich vorig jaar aangegeven, Sljivancanin is nog op vrije voeten.

Aangenomen wordt dat Radic binnenkort zal worden uitgeleverd aan het VN-tribunaal in Den Haag.

De Servische minister van Binnenlandse Zaken, Dusan Mihajlovic, heeft vorige week gezegd dat Radic en Sljivcanin onschuldig zijn aan het bloedbad in Vukovar. Dat zou zijn gebleken uit nieuw bewijsmateriaal dat is opgedoken tijdens het onderzoek naar de moord op de Servische premier Zoran Djindjic op 12 maart. Anderen zouden „direct verantwoordelijk” zijn geweest voor de executie van ruim 200 Kroaten op een boerderij in Ovcara, nabij Vukovar. Die verdachten zijn gearresteerd en zullen in Servië worden berecht, zei Mihajlovic, die beloofde het ontlastende materiaal aan Radic en Sljivcanin ter beschikking te stellen.

De voormalige Kroatische legerleider Janko Bobetko -naar verluidt te ziek om terecht te staan voor het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag- heeft de Pasen thuis gevierd, meldde de Kroatische staatstelevisie gisteren.

De 83-jarige Bobetko werd in november in het ziekenhuis opgenomen, twee maanden nadat het VN-hof hem had aangeklaagd wegens oorlogsmisdaden. Eerder deze maand schortte het tribunaal de aanklacht op omdat artsen hadden vastgesteld dat de hartklachten van Bobetko ernstig zijn. De artsen van de generaal beweerden dat Bobetko praktisch volledig bedlegerig was. Of de voormalige legerleider, die in eigen land als een oorlogsheld wordt beschouwd, na Pasen naar het ziekenhuis terugkeert, is onbekend.

Een Bosnische Serviër die werd verdacht van oorlogsmisdaden in de Bosnische oorlog van 1992-1995, de 50-jarige Zarko Pandurevic, is gisteren door een rechtbank in Sarajevo vrijgesproken en op vrije voeten gesteld. Dat meldde de Bosnische staatsradio.

Pandurevic was oktober vorig jaar gearresteerd in zijn woning in Sarajevo, nadat hij in 2000 in staat van beschuldiging was gesteld in verband met misdaden die hij in het begin van de oorlog zou hebben gepleegd. De aanklacht betrof marteling van burgers, met name vrouwen, en de organisatie van klopjachten op niet-Serviërs. De rechtbank achtte het bewijsmateriaal echter onvoldoende en sprak de man na een proces van vier maanden vrij.

Het Joegoslavië-tribunaal had toestemming gegeven om Pandurevic in Bosnië te berechten.