„Standbeeld Sacharov hoort niet thuis in Poetins Rusland”
Het plan om in Moskou een standbeeld voor dissident Andrej Sacharov op te richten stuit op grote weerstand bij zijn weduwe Jelena Bonner. In een protestbrief aan het Moskouse stadsbestuur heeft ze opgeroepen met onmiddellijke ingang het project te staken.
Volgens haar hebben de huidige Russische machthebbers geen enkele boodschap meer aan de idealen van haar overleden man. De al jaren voortdurende Tsjetsjeense oorlog, de snel toegenomen armoede en de toenemende staatscontrole over de media zijn volgens haar volledig in strijd met het gedachtegoed van de vroegere mensenrechtenactivist die in 1975 de Nobelprijs van de vrede kreeg toegekend.
Ze hekelt vooral het aan de macht komen van de ex-KGB’er Vladimir Poetin, wat volgens haar tot gevolg heeft dat de geheime dienst het weer voor het zeggen heeft gekregen in Rusland. Dit is dezelfde organisatie die verantwoordelijk was voor de vervolging van Sacharov en Bonner tijdens het Sovjetbewind in de jaren zeventig en tachtig.
Bonner meent daarom dat het initiatief getuigt van grote hypocrisie. De initiatiefnemers zouden volgens haar de naam van haar man slechts willen gebruiken voor hun eigen politieke doeleinden. Het plaatsen van zijn standbeeld zou „pure misleiding” zijn.
Ze wijst erop dat al dertien jaar geleden besloten was tot de oprichting van een monument voor haar man. „Toen was het inderdaad in overeenstemming met de tijdgeest en de sfeer in de samenleving. Inmiddels weten we niet meer in welke richting Rusland zich ontwikkelt en of Sacharov daarin nog wel nodig is.”
Het stadsbestuur heeft in een eerste reactie laten weten de toestemming van Bonner niet nodig te hebben voor de oprichting van het standbeeld en daarom niet van plan te zijn het project te staken.
De oorspronkelijke initiatiefnemers, een aantal liberale Sacharov-aanhangers uit de Doema, hebben teleurgesteld gereageerd op de afwijzende reactie van de weduwe. Zij hopen door overleg alsnog haar zegen te krijgen voor het initiatief.
Ze erkennen dat mensenrechten in Rusland de laatste jaren inderdaad flink terrein hebben verloren. Maar ze menen dat een standbeeld van Sacharov juist een effectief middel kan zijn om deze negatieve ontwikkeling te keren.
„Een monument zal de bevolking herinneren dat juist uitmuntende figuren in ons land in botsing kwamen met onze regering over mensenrechten”, zei liberaal politicus en mensenrechtenactivist Sergej Joesjenkov kort voordat hij donderdag werd vermoord. Zijn moord is volgens zijn collega’s het ultieme bewijs dat het gedachtegoed van Andrej Sacharov in Rusland zwaar onder vuur ligt.
Sacharov was natuurkundige en een van de uitvinders van de Russische waterstofbom. In de jaren zestig van de vorige eeuw ontwikkelde hij zich tot een belangrijk verdediger van de mensenrechten en al snel was hij een van de belangrijkste dissidenten van de Sovjet-Unie.
In 1980 werd hij samen met zijn vrouw en eveneens mensenrechtenactiviste Jelena Bonner voor zijn activiteiten verbannen naar de gesloten stad Gorki (het huidige Nizjnij Novgorod). Pas na het aantreden van Michail Gorbatsjov mocht hij naar Moskou terugkeren (1986). Hij zette zijn strijd voor de verbetering van de mensenrechten voort tot aan zijn dood in december 1989. Op dat moment was hij uitgegroeid tot het belangrijkste symbool van de Russische democratische beweging.
In 1990 nam het toenmalige democratisch gezinde Moskouse stadsbestuur een aantal maatregelen om het gedachtegoed van Sacharov levend te houden. De belangrijkste daarvan waren het opzetten van een museum, het oprichten van een standbeeld en het vernoemen van een straat naar de dissident.
Terwijl de Sacharovlaan en wat later ook het Sacharov-museum daadwerkelijk het licht zagen, kwam er geen standbeeld. Behalve geldgebrek was er ook grote onenigheid ontstaan over de locatie van het standbeeld.
Sacharov-aanhangers wilden het plaatsen op het beroemde Poesjkinplein in het Moskouse centrum, de plek waar de dissidentenbeweging hun protestacties hielden tegen de Sovjetautoriteiten. Maar het inmiddels vernieuwde stadsbestuur keerde zich tegen deze al te duidelijk in het oog lopende locatie.
Overigens is ook het voortbestaan van het Sacharov-museum in het geding. Een paar jaar geleden werd het nog op het laatste moment van de ondergang gered doordat de anti-Poetin-gezinde Russische zakentycoon Boris Berezovski het een subsidie van 3 miljoen dollar verleende.
Vanaf het begin van zijn bestaan is het museum bijna geheel gefinancierd geweest met buitenlandse subsidies. De Russische overheid en het Russische zakenleven hebben er nauwelijks een cent aan besteed. Maar buitenlandse geldschieters worden de laatste jaren steeds minder gul in hun donaties, met alle gevolgen van dien.
Het Sacharov-museum is een van de weinige musea in Rusland dat gewijd is aan de politieke repressie ten tijde van de Sovjet-Unie. Naast een permanente tentoonstelling van foto’s en documenten uit de Sovjetperiode organiseert het ook conferenties en seminars.
Daarbij wordt getracht de lessen uit het verleden toe te passen op de huidige situatie in Rusland, vooral op het gebied van de mensenrechten. Er is bijvoorbeeld veel aandacht voor de slechte mensenrechtensituatie in Tsjetsjenië. Dit roept regelmatig irritaties op bij conservatieve en nationalistische politici.