De socialist Papandreou wil een meer coördinerende rol voor zichzelf, zodat hij meer aandacht kan besteden aan het bestrijden van de economische crisis die zijn land zwaar heeft getroffen. De Pasok-politicus hoopt verder het draagvlak te vergroten voor een lange reeks pijnlijke maatregelen, nodig zijn om het begrotingstekort terug te dringen en de krimp van de economie tegen te gaan.

Een aantal bewindspersonen ruimt het veld, maar de door EU-partners gewaardeerde George Papaconstantinou blijft aan als minister van Financiën. Het departement Economische Zaken valt voortaan ook onder zijn bewind.

Papandreou stopt als minister van Buitenlandse Zaken, een ambt dat hij tot nog toe bekleedde naast het premierschap. Dmitri Droutsas wordt nu de bewindspersoon voor Buitenlandse Zaken. Drie onderministers verlaten het kabinet. Zij hebben zich kandidaat gesteld voor posten in het lokale bestuur tijdens gemeenteraadsverkiezingen op 7 november. Verder is er vooral geschoven met posten en bewindspersonen.

De regering van Griekenland is nog lang niet uit de problemen. De Europese Unie heeft de Grieken strenge bezuinigingsmaatregelen opgelegd omdat door het hoge tekort en de sterk oplopende staatsschuld de stabiliteit van de euro in gevaar kwam. In mei besloten de eurolanden en het Internationaal Monetair Fonds om het noodlijdende Griekenland in totaal 110 miljard euro te lenen.

Als tegenprestatie moest de regering van Papandreou dus fors snijden in de overheidsuitgaven. De bezuinigingen moeten het begrotingstekort van Griekenland, dat nu op 13,6 procent staat, terugbrengen tot 8 procent. Het plafond voor begrotingstekorten ligt binnen de Europese Unie op 3 procent.

Pasok won bijna een jaar gelden tijdens verkiezingen 160 van de 300 zetels in het Griekse parlement. Dat het kabinet nu al op de schop gaat, is volgens de oppositie een duidelijk teken dat de aanpak van de regering faalt. Papaconstantinou zei vorige week juist dat de Griekse economie dit jaar mogelijk beter zal presteren dan van tevoren gedacht.