De bank ziet voor dit jaar een productiegroei van 6 procent bij de Nederlandse fabrieken. Voor 2011 verwacht ING echter een daling tot 2 procent groei. Volgens de bank merken zogenoemde vroeg-cyclische industrietakken zoals de olie en basischemie nu al dat de groei vertraagt. Dat komt onder meer omdat de gewenste voorraadniveaus zijn bereikt. Fabrikanten van investeringsgoederen en hun toeleveranciers, die achterop de cyclus lopen, zijn nu juist nog bezig de productie op te voeren.

Behalve de beperking van de voorraadopbouw en een zeer gematigde vraag vanuit het binnenland, wordt de groei ook aangetast door het aflopen van de economische steunprogramma’s van de overheden wereldwijd.

De export van de Nederlandse industrie zwakt in 2011 wat af. Groeide de uitvoer in 2010 nog met 10 procent, aldus ING, volgend jaar zwakt de groei af naar 5,2 procent. ,Een meerderheid van de Nederlandse industriebedrijven ziet nog groeiende afzetmogelijkheden in het buitenland, maar het optimisme lijkt af te kalven’’, aldus ING. De bank ziet het wel als positief dat de Duitse industrie nog gunstig afsteekt bij andere grote industrielanden.

De groei van de consumptie blijft zwak. Die is volgens ING dit jaar 0,5 procent en gaat in 2011 naar 0,7 procent. Het gedrag van consumenten is essentieel voor de industriële productiegroei, schrijft de bank. ,Zolang de eindvraag zwak is, zal een golf aan nieuwe bestellingen uitblijven’’.