Economie Marokko heeft twee kanten
De Marokkaanse economie is de crisis goed doorgekomen. De hervormingspolitiek van de regering hielp daarbij. Werkloosheid en armoede liggen echter nog te wachten op een oplossing. Deze zal er niet snel komen in de context van een zwakke wereldeconomie en een gebrek aan concurrentie in eigen land.
Deze zomer maakte ik een rondreis door Marokko. Een mooi land met rijke kunst- en cultuurschatten in kleurrijke medina’s (binnensteden) en prachtige landschappen in en achter het Atlasgebergte. Tijdens een overnachting onder een fonkelende sterrenhemel in een dadelpalmoase dacht ik in het geheel niet aan de Marokkaanse economie. Op andere momenten ontkwam ik er echter niet aan om (ook) met de bril van een econoom naar het land te kijken.
Marokko kent al meerdere jaren achtereen een snel groeiende economie, een gematigde inflatie en, met name sinds het aantreden van koning Mohammed VI in 1999, een stabiele politieke situatie. Hierbij hielp dat de gevolgen van de wereldwijde crisis voor Marokko beperkt waren. De economie werd geraakt door een zwakkere export, minder inkomsten uit toerisme en een daling van overmakingen door in het buitenland werkzame Marokkanen. Het gezonde financiële systeem, met weinig gevoeligheid voor de ontwikkelingen in het buitenland, en eerder doorgevoerde hervormingen zorgden er echter voor dat het land goed op de crisis reageerde. Stimulering vanuit de begroting en aangescherpt toezicht op de financiële sector voorkwamen dat het vertrouwen in de economie werd aangetast. De binnenlandse vraag bleef zich goed ontwikkelen. Een goed oogstjaar in de landbouw gaf een steun in de rug.
De eerder doorgevoerde hervormingen betreffen het terugdringen van het begrotingstekort en de staatsschuld, privatiseringen en vermindering van de relatief hoge belastingdruk. Gunstig is dat de regering ondanks de conjuncturele tegenwind doorgaat met de hervormingspolitiek. Mede op basis hiervan voorspelt het Internationaal Monetair Fonds dat de groeiperspectieven voor de komende jaren gunstig zijn.
Toch is het verhaal over de Marokkaanse economie niet onverdeeld positief. Hoge jeugdwerkloosheid en armoede onder delen van de bevolking zijn hardnekkige problemen. Rijk en arm lopen, letterlijk, door elkaar heen. Op de boulevards van kustplaatsen flaneren jongvolwassen Marokkanen in dure merkkleding, terwijl jonge kinderen, gehandicapten en bejaarden bedelen of voor een paar dirhams papieren zakdoekjes proberen te verkopen. Velen zonder inkomen worden in Marokko van oudsher opgevangen door familie. Door de verstedelijking worden de sociale verbanden echter losser en functioneert dit sociale vangnet steeds minder.
Hoge economische groei en een eerlijker verdeling van de welvaart zijn nodig om werkloosheid en armoede terug te dringen. De zwakke wereldeconomie zal echter niet helpen. Het grootste deel van de export gaat naar de langzaam groeiende Europese economieën en veel minder naar het sterkere Verre Oosten. Een andere belemmering voor hogere groei is het gebrek aan concurrentie. Het IMF adviseert meer staatsondernemingen te privatiseren, wat de dynamiek in de economie ten goede zal komen. Nu zijn grote delen van de economie in handen van de overheid en, via belangen in vele bedrijfstakken, de koning en zijn familie.
De regering streeft naar armoedebestrijding door verbetering van onderwijs en gezondheidszorg, maar de maatregelen die op dit vlak worden genomen hebben nog weinig resultaten opgeleverd. Kern van het probleem zijn stroperige politieke instanties, waar corruptie en vriendjespolitiek hoogtij vieren. Mohammed VI heeft ook op politiek gebied hervormingen doorgevoerd en het land al wat democratischer gemaakt dan onder het bewind van zijn vader, Hassan II. De koning lijkt voor zowel de politieke als de economische veranderingen de weg van de geleidelijkheid te kiezen. Dit is mogelijk de verstandigste weg, aangezien hij opereert in een land met een broze eenheid. Te snelle hervormingen zouden radicale en fundamentalistische krachten in het land al snel in de kaart spelen, wat de hervormingen zou frustreren.
Voor de mensen aan de onderkant van de samenleving zal er door die geleidelijkheid niet snel verbetering komen. Marokko blijft voorlopig een land dat een rijke cultuur en een groeiende economie combineert met schrijnende armoede.