In Kolkata (voorheen Calcutta) werd in het klooster van de Orde van de Missionarissen van de Naastenliefde een herdenkingsmis gehouden, in aanwezigheid van circa duizend nonnen, priesters en sloppenwijkbewoners. Paus Benedictus XVI omschreef Moeder Teresa in een boodschap aan de orde als een „voorbeeld voor christelijke waarden”.

India vierde de honderdste geboortedag van Moeder Teresa onder meer met een herdenkingsmunt. De spoorwegmaatschappij van het land lanceerde een Mother Teresa Express Train. De treinstellen zijn blauw en wit geschilderd, naar de kleding van Moeder Teresa’s orde. Times Square in New York kleurde donderdag eveneens blauw en wit.

Moeder Teresa kwam op 26 augustus 1910 ter wereld als Agnes Bojaxhiu. Ze werd geboren in Skopje, tegenwoordig de hoofdstad van Macedonië, maar destijds een provinciestadje in het Ottomaanse rijk. Haar ouders waren vrome Albanese katholieken.

Vanwege haar Albanese wortels werd Moeder Teresa ook in Albanië herdacht. In de hoofdstad Tirana legden honderden mensen rozen op een monument voor de non. In de straten hingen blauw-witte vlaggen en portretten. De autoriteiten hebben een postzegelreeks uitgegeven en kondigden donderdag aan een gouden herdenkingsmunt te zullen slaan. Het land hoopte haar honderdste geboortedag ook te kunnen opluisteren met een herbegrafenis, maar India weigerde pertinent haar lichaam over te dragen.

Moeder Teresa trad op 18-jarige leeftijd toe tot een Ierse kloosterorde, die haar direct naar India zond. Tientallen jaren lang zorgde ze voor de armen en verworpenen van de miljoenenstad Kolkata. De door haar opgerichte orde breidde haar werkterrein steeds verder uit over de hele wereld. De immens geliefde Moeder Teresa ontving meer dan 120 officiële onderscheidingen.

Op 5 september 1997 stierf Moeder Teresa, 87 jaar oud. In Kolkata kreeg ze een staatsbegrafenis, een zeldzame eer in India. Zes jaar later verklaarde de paus haar zalig. De heiligverklaring is volgens waarnemers een kwestie van tijd.