Profeet in New England
Cotton Mather, die de geschiedenis van de eerste generaties van puriteinse predikanten in Noord-Amerika beschrijft, rekent Ezekiel Rogers (1588-1660) tot de „kleinere profeten van New-England.”
Hij vindt Rogers een man die met „goddelijke vastberadenheid was bezield ten behoeve van het werk van een profetisch getuigenis in het rouwkleed van de wildernis.” Een merkwaardige schets van Rogers, die in Engeland werd geboren en –350 jaar geleden– in de Amerikaanse kolonie overleed.
Zijn vader was Richard Rogers (1551-1618) uit het dorpje Wethersfield in Essex in Engeland, die naam maakte met zijn doorwrochte stichtelijke werk ”The Seven Treatises”. Deze godzalige dienaar van Christus behoorde in het begin van de puriteinse strijd tot de vele predikanten in East Anglia die de praktische godzaligheid in woord en geschrift zochten te verbreiden. Zij werden over het algemeen gedoogd. Maar bij volgende generaties verscherpte de tegenstand, die omstreeks 1620 veranderde in vervolging. Mannen zoals Thomas Shepard, Thomas Hooker en ook Ezekiel Rogers kwamen in conflict met kerk en overheid omdat zij zich niet wilden conformeren aan de anglicaanse rituelen in de staatskerk, die vooral bij de eredienst een dwingende wet geworden waren.
Met zijn broer Daniel volgde Ezekiel colleges aan Christ’s College in Cambridge. Na het behalen van zijn mastersgraad in 1608 werd hij huispredikant van Sir Francis Barrington uit Hatfield Broad Oak, die zijn puriteinse sympathieën niet onder stoelen of banken stak en de vervolgde predikanten met raad en daad terzijde stond. Rogers gaf pastorale hulp aan Lady Barrington en haar zoon Thomas, die onder geestelijke benauwdheid verkeerden.
De kerkelijke ”inquisitie” volgde Rogers in zijn gangen, vooral toen deze in 1634 weigerde het zogeheten ”Book of Sports” te gebruiken, dat voor hem een aanval betekende op de zondagsheiliging. De bisschop schorste hem, waarop hij onder bescherming van Barrington naar Rowley in Yorkshire vertrok. Zolang de aartsbisschop van York de puriteinen beschermde, kon hij hier in vrijheid het Evangelie brengen. Velen kwamen onder zijn bediening tot geestelijke doorbraak, maar zelf had hij weinig troost. Zijn biograaf Benjamin Brook verhaalt dat Rogers „onder vele vrezen en grote benauwdheid verkeerde dat hij de invloed van de waarheden die hij met ijver aan anderen verkondigde zelf niet in zijn hart ervoer.”
De aanvechtingen en bestrijdingen verergerden zodanig dat Rogers ten einde raad naar zijn neef John Rogers in Dedham reisde. Deze stond bekend als raadsman van verslagen zielen. Rogers ging bij hem ter kerke en de eerste preek die hij hoorde paste zo bij zijn eigen wanhopige toestand dat zijn banden verbroken werden.
In deze tijd werd de kerkelijke grond hem zo heet onder de voeten dat hij besloot naar Amerika te emigreren. Met zijn vrouw, met wie hij pas getrouwd was, vertrok Ezekiel Rogers in 1638 naar New England. Hij vond daar een plek om een nederzetting te stichten, die hij de naam Rowley gaf – om de herinnering aan de gezegende jaren in Yorkshire levend te houden. Rogers werd een prominente figuur in de steeds uitbreidende Engelse kolonie en hij kreeg in 1643 de eer om de preek ter gelegenheid van de verkiezing van een nieuwe gouverneur uit te spreken. Hij stond op goede voet met mannen als Shepard, Hooker en Cotton, die hem al eerder waren voorgegaan om in Amerika een nieuw werkgebied te vinden waar zij hun puriteinse beginselen in vrijheid konden verbreiden.
Ook in het vrije Amerika ging het pad van Ezekiel niet over rozen. Vooral in de laatste jaren van zijn leven waren de beproevingen hevig. Zijn eerste vrouw was al overleden en ook zijn tweede vrouw ontviel hem spoedig. Op de dag van zijn derde huwelijk brandde het huis van Rogers af; ook zijn met zorg opgebouwde bibliotheek werd een prooi van de vlammen. Nadat hij een nieuw huis had betrokken, viel Rogers van zijn paard. Hij bezeerde zijn rechterarm zodanig dat hij deze niet meer kon gebruiken. Gelukkig bleek Rogers in staat om met zijn linkerhand te leren schrijven.
De toestand van zijn gemeente in Rowley was ook niet rooskleurig. Toen Rogers op oudere leeftijd werd bijgestaan door een nieuwe predikant, ontstond er verwijdering tussen beide voorgangers. Ook vervreemde hij van zijn eigen kudde. Kort voor zijn dood schreef Rogers dat de jongeren in zijn gemeente zo weinig de kracht van godsvrucht vertoonden. Waar was de geloofskracht van de pioniers van de kolonie? „Ik beef bij de gedachte over wat er van dit heerlijke werk, dat wij waren begonnen, zal terechtkomen, wanneer de ouden tot hun vaderen zullen vergaderd worden. Ik vrees dat de genade en de zegen met hen zullen vergaan.”
Rogers overleed op 23 januari 1660 in Rowley. Zijn einde was vrede. Tot een broeder sprak hij: „O, het gewicht van de heerlijkheid die ons, Gods arme bannelingen, wacht! Wij zullen bij de martelaren en belijders zitten. O, de omarmingen waarmee Christus ons omhelst!” De boeken die hij nog bezat, vermaakte hij aan Harvard College.
Verbond
Uit het eerste ”Covenant” (verbond) van de gemeente van Rowley in Massachusetts:
„U maakt plechtig een verbond en belooft voor de Heere en Zijn volk dat u door Zijn hulp alle goddeloosheid en vroegere begeerten die u in onwetendheid hebt gedaan, zult verzaken en verklaart daarbij dat de Heere Jehova Elohim, één God in drie Personen, uw God en deel is. U erkent ook dat de Heere Jezus, het enige Opperhoofd en de Zaligmaker van Zijn kerk, uw Koning, Priester en Profeet is.
Vervolgens belooft u te wandelen in een beleden onderwerping aan de heilige inzettingen en ordeningen die Christus in Zijn huis heeft verordend. U verklaart om met Gods dienaar en met de leden van Zijn kerk in wederzijdse opbouw en behulpzaamheid te wandelen, overeenkomstig de regel van het Evangelie, zolang dat God u vergunt om een lid van de kerk van Christus te zijn.