Het vonnis wordt naar verluidt in september openbaar gemaakt. Dink spande een proces aan in januari 2007, een week voordat hij in Istanbul door een jonge nationalist werd vermoord. Dink, die bekend stond als voorvechter van verzoening tussen Turken en Armeniërs, was veroordeeld wegens het ‘beledigen van Turksheid’, en hij wilde dat het Europees Hof die veroordeling ongedaan zou maken.

Na zijn dood stapte zijn familie naar het hof om de Turkse staat aan te klagen wegens nalatigheid. Al snel werd duidelijk dat veel hoge functionarissen binnen de politie en veiligheidsdiensten op de hoogte waren van de moordplannen maar geen actie ondernamen om de moord te voorkomen. Het hof voegde de beide rechtszaken samen tot één zaak.

De zaak krijgt al een week weer veel media-aandacht in Turkije. Vorige week lekte de officiële verdediging uit die de Turkse staat had ingediend bij het hof. Die voerde aan dat Dink in zijn artikelen haat had gezaaid en haalde daarbij een zaak aan van de Duitse staat tegen een neonazi. De vergelijking tussen Hrant Dink en een neonazi schoot veel Turken in het verkeerde keelgat.