Groen & duurzaamheid

Grauwe kiekendief: kwetsbare akkervogel

Zonder boeren kan hij niet bestaan. Zonder natuurbeschermers ook niet. De grauwe kiekendief is een kwetsbare akkervogel. En het schoolvoorbeeld van samenwerking tussen boer en beschermer.

Bas van Dijk

20 August 2010 13:43Gewijzigd op 14 November 2020 11:31Leestijd 5 minuten
Foto Adri Clements
Foto Adri Clements

Adri Clements (20) uit Alblasserdam, student bos- en natuur­beheer aan Hogeschool Van Hall Larenstein in Velp, krijgt er vaak mee te maken: mensen die ervan overtuigd zijn dat productief boeren en de natuur beschermen niet samen kunnen gaan. „Die mensen gaan ervan uit dat boeren en beschermers elkaar tegenwerken, in plaats van samen­werken. Ze moeten maar eens komen kijken in Groningen, waar ik een stage­project doe bij de Werkgroep Grauwe Kiekendief.”

De werkgroep zet zich in voor de nationale en internationale bescherming van alle akkervogels, en speciaal de grauwe kiekendief. De sierlijke roofvogel komt vrijwel alleen in Noordoost-Groningen voor als broedvogel. De populatie telt ongeveer zestig broedparen, na een dieptepunt begin jaren 90 van slechts enkele paren. „De grauwe kiekendief staat hoog in de voedselpiramide van allerlei vogels, kleine zoogdieren en insecten”, legt Clements uit. „Waar een grauwe kiekendief broedt, heb je eigenlijk automatisch te maken met een gebied met een hoge biodiversiteit, wat de kwaliteit van het gebied verhoogt. Verdwijnt de grauwe kiekendief, dan is dat reden om je zorgen te maken.”

Het zijn niet alleen de leden van de werkgroep die zich zorgen maken om de grauwe kiekendief. Clements: „Het zijn juist ook de boeren die zich bezighouden met de vogel. Daarom kunnen wij hier ons werk doen. De Groningse akker­bouwers zijn trots op elke grauwe kiekendief die hier rondvliegt, op elk jong dat uitkomt en uitvliegt.”

De samenwerking met de boeren gaat verder dan alleen nestbescherming, legt Clements uit. „Dat vormt natuurlijk een wezenlijk onderdeel van het beschermingswerk. Wij mogen op hun land komen om een nestlocatie te beschermen met een soort kooi van gaas, van ongeveer 3 bij 3 meter. In ruitvorm, zodat de maai­machines er gemakkelijk omheen kunnen. Zo voorkomen we dat er nesten met eieren en jongen worden weggemaaid. Maar naast actieve nestbescherming is het akkerrandenbeheer van groot belang. Dat houdt in dat een boer bepaalde kruiden zaait in een strook van 9 tot 12 meter breed langs de rand van zijn graan- of luzerneveld. Met speciale mengsels wordt geprobeerd zo veel mogelijk variatie in de rand te krijgen.”

De randen, ook wel fauna­randen genoemd, trekken insecten aan, die op hun beurt weer knaagdieren en kleine vogels aantrekken. „Allemaal dieren uit de voedselpiramide, waarin de grauwe kiekendief zo’n beetje bovenaan staat”, licht Clements toe. „Dat de Groningse akkerbouwers zich willen inzetten voor zo’n gevarieerd milieu, vind ik prachtig. Zij zien het belang en de waarde van natuur en biodiversiteit en willen daar wat voor doen. Zonder noemenswaardige productiviteit te verliezen.”

Er is te weinig oog voor de natuur als onderdeel van goed rentmeesterschap, vindt Clements. „Een aangeharkt landschap zonder natuurlijke elementen waar we zo veel mogelijk financiële opbrengst uit willen halen, is niet anders dan een regelrechte verarming van de landschappelijke waarde.”

Daar zit vaak de gedachte achter dat mensen geluk door geld en winst kunnen opeisen, denkt Clements. „Een materialistische houding, die indruist tegen het rentmeesterschap. Dat woord zegt dat we de aarde moeten bebouwen én bewaren. Er dient dus sprake te zijn van evenwicht.”

Natuurlijk hoef je als boer je bestaan niet op te offeren om de natuur ruimte te geven, benadrukt Clements. „Dat is de om­gekeerde wereld. Maar productief boeren en tegelijk de waarde van de schepping eerbiedigen en beschermen, kunnen heel goed samengaan. Zeker christelijke grond­bezitters zouden zich dat goed bewust moeten zijn. De bescherming van de grauwe kiekendief is voor mij een schoolvoorbeeld van samen­werking tussen boeren en beschermers.”

www.werkgroepgrauwekiekendief.nl


„Prachtige oogst”

Wim Rumpff, akkerbouwer in het Groningse land bij Wagen­borgen, beheert bijna 100 hectare akkerland. „Daarvan is 70 hectare wintertarwe, en 26 hectare koolzaad”, licht hij toe.

Rumpff doet actief mee aan de bescherming van de grauwe kiekendief. De leden van de Werkgroep Grauwe Kiekendief zetten op zijn land gaas rond de kiekendiefnesten in de akkers met koolzaad en tarwe op zijn land. Langs zijn akkers liggen faunaranden. „Ongeveer elf jaar geleden ben ik begonnen met de faunaranden, bij elkaar zo’n 9 hectare. Er stond een fatsoenlijke vergoeding tegenover, en bovendien: het gaf me een goed gevoel om op die manier iets voor de natuur te doen.”

De vele muizen in de verruigde akkerranden vormen vooralsnog geen bedreiging voor de agrarische productie, zegt Rumpff. „Tot dusver is dat acceptabel, hoewel het dit jaar op het randje is. Er is een enorme muizen­populatie in dit gebied. Dat komt door de droge winter met veel sneeuw, is mij verteld.”

Rumpff beveelt het beschermen van kwets­bare diersoorten iedere boer aan. „We hebben de plicht om de natuur in stand te houden. En daarin elkaar niet tegen te werken, maar met elkaar te werken, zoals we hier doen met de Werkgroep Grauwe Kiekendief. Elf jaar geleden namen we het initiatief voor de faunaranden. Dit jaar hebben we zeker twee broedparen grauwe kiekendieven, zes jonge vogels en ook nog eens drie broedparen in de directe omgeving. Dat zie ik als de prachtige oogst van ons initiatief.”

Vond je dit artikel nuttig?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer