Joods gezin komt weer tot leven
AMSTERDAM – „Je gaat ook op reis naar de onbekende vreemde. En je bent nog geen zestien. Ik had goede hoop dat je eruit zou springen. Maar wees vooral kalm en rustig, denk na bij alles wat je zegt en doet.”
Oom Johnny, geïnterneerd in een werkkamp in het Friese Fochteloo schrijft op 16 juli 1942 een expressebrief aan zijn nichtje Liesje. Liesje Bloch heeft de brief van haar oom nooit gelezen want zij is de dag waarop de brief is gedateerd in Auschwitz vermoord. Zij was met een van de eerste transporten als enige van het Joodse gezin Bloch uit Amsterdam weggevoerd.
Ook de andere gezinsleden van Liesje hebben net als de meeste Joden in Nederland de oorlog uiteindelijk niet overleefd. De familie was in feite vergeten tot in april van dit jaar aan de Sarphatistraat in Amsterdam achter de schouw op de eerste etage vier archiefdozen met brieven en foto’s werden gevonden. Vader Bloch hield op deze plek als huisarts praktijk.
De bewoner van de Sarphatistraat bracht de dozen naar het Joods Historisch Museum in Amsterdam waar ze tot eind oktober ten toon worden gesteld. „We krijgen wel eens meer brieven en ander materiaal aangeboden, maar zelden op een dergelijk grote schaal”, zeggen Erik Koopman en Peter Buijs van het Joods Historisch Museum.
Buijs en Koopman hebben aan de hand van het materiaal het leven van Bloch zijn vrouw en twee kinderen voor een belangrijk deel kunnen reconstrueren. „Het gezin woonde van 1934 tot 1943 in de Sarphatistraat 88. Bloch, om de een of andere reden noemde hij zich Blok, hield op de eerste etage praktijk.
Dré Bloch en zijn vrouw Sientje trouwden in 1923. Er kwamen twee kinderen: Liesje in 1926 en Hansje in 1932. De foto’s tonen bezoeken aan Parijs en feestmaaltijden met familie of vrienden. Tot de oorlog moet het gezin een gelukkig leven hebben gekend. Tot eind november 1943 helpt Bloch patiënten zo blijkt uit zijn administratie.
In december 1943 worden hij en zijn vrouw en zoon op transport naar kamp Westerbork gezet. Sien overlijdt in Bergen-Belsen op 4 april 1945. Bloch en zijn zoon Hans zaten in een trein met gevangenen die op weg was van Bergen-Belsen naar Theresienstadt. De trein wordt door de Russen bevrijd, maar Bloch en zijn zoontje zijn onderweg al gestorven. De twee zijn samen met 26 andere omgekomen gevangenen in een gemeenschappelijk graf begraven.
Erik Koopman en Peter Buijs hebben geen compleet beeld van de familie. „Heel vreemd, maar er zijn bijvoorbeeld geen trouwfoto’s van Bloch en zijn vrouw”, zegt Koopman. Buijs voegt eraan toe dat ze die misschien hebben meegenomen toen ze op transport werden gesteld, maar „daar kunnen we slechts naar gissen.”
Een andere mogelijkheid is dat er nog meer in het pand aan de Sarphatistraat verborgen is. „Dat zou heel goed kunnen. Wij zeiden al tegen elkaar: Er is nog een schouw, misschien liggen daar nog meer archiefdozen. We moeten toch nog eens contact opnemen met de bewoner”, aldus Buijs.
Door bezoekers van de tentoonstelling wordt het beeld van de familie steeds completer, omdat sommigen het gezin Bloch nog gekend hebben. „Door sinterklaasgedichten wisten we al dat Bloch graag viste. Onlangs kwam er iemand die vertelde dat Bloch eens een grote snoek had gevangen, de vis had laten opzetten en hem op zijn bureau had geplaatst. Vrienden hebben het opgezette dier vervangen door een paar centimeter kleiner exemplaar. Na een week vervingen ze dat exemplaar door een nog iets kleinere vis. Dat ging door tot Bloch in de gaten kreeg dat het prachtexemplaar dat hij had gevangen toch wel klein was.”
Een andere bezoeker vertelde dat hij vroeger Bloch als huisarts had. „Het moet een vriendelijke, gezette man zijn geweest. De man zei dat Bloch je als kind serieus nam en je direct aansprak. Andere artsen spraken nog weleens over je hoofd heen met je moeder over je. Bloch deed dat dus niet.”
De tentoonstelling ontroert bezoekers. „De brief van oom Johnny aan Liesje is natuurlijk heel emotioneel, vooral als je weet dat Liesje op de dag dat de brief werd geschreven werd vergast. Eerder deze week zag ik dat iemand in tranen was bij het lezen van de brief”, zegt Koopman.
„Mooi is ook, hoe gek dit misschien klinkt”, aldus Koopman en Buijs, „dat een gezin dat door de oorlog van de aardbodem was weggevaagd weer tot leven komt.”
Het archief van de Joodse arts Andries Bloch is tot 24 oktober in het Joods Historisch Museum in Amsterdam te zien.