Economie

Fragiel, overtuigend of kwakkelend herstel

Het herstel van de Europese economie bevindt zich „ergens tussen fragiel en overtuigend.” Dat vertelde Jean-Claude Juncker, de voorzitter van de groep landen die samen de euro voeren, onlangs aan de pers.

Anke Struijs
14 August 2010 00:13Gewijzigd op 14 November 2020 11:28
Foto ANP
Foto ANP

Een eenduidige term voor de situatie kon Juncker kennelijk niet vinden. Ik snap dat wel. Want hoe zou je dat herstel dan noemen? Kwakkelend? Moeizaam? Onzeker is misschien nog wel de beste omschrijving.

Bovendien bestaan er grote verschillen tussen de landen van de eurozone als het gaat om het economische herstel en de risico’s. De noord-zuidverschillen vallen het meest op, maar ook in de Noord-Europese landen zou het herstel ongelijkmatig verdeeld zijn. Nederland zou zelfs achterblijven ten opzichte van landen als Duitsland en Frankrijk, meldde de bestuursvoorzitter van uitzendconcern Randstad bij de presentatie van de kwartaalcijfers vorige week. Klopt dat? En hoe komt dat dan?

Zo’n driekwart van de toegevoegde waarde in Nederland (het bruto binnenlands product of kortweg bbp) bestaat uit diensten. De maakindustrie (waar materialen worden verwerkt tot nieuwe producten) is ‘slechts’ goed voor ongeveer 14 procent van ons bbp. In Duitsland bijvoorbeeld wordt bijna een kwart van de toegevoegde waarde verdiend in de verwerkende industrie.

De maakindustrie profiteerde als een van de eerste sectoren van het wereldwijde herstel, doordat veel van de producten die daar worden vervaardigd zijn bestemd voor het buitenland. Het volume van de Nederlandse uitvoer van goederen naar het buitenland groeide in de eerste vijf maanden van dit jaar met gemiddeld ruim 10 procent ten opzichte van een jaar eerder. De Nederlandse industrie produceerde in diezelfde periode zo’n 6,5 procent meer goederen dan in 2009, de chemische industrie voorop. Daar was het herstel met gemiddeld bijna 16 procent groei in die periode het sterkst.

Ook de machine-, metaal- en transportmiddelenindustrie lieten in de afgelopen maanden een stevig herstel zien. Samen met de chemische industrie zijn deze producten goed voor ruim de helft van onze uitvoer. Niet gek dus dat vooral de zware industrie in Nederland in de afgelopen maanden wist te profiteren van het vraagherstel op de wereldmarkten.

Dat herstel heeft ook zijn weerslag op de vraag naar personeel. De vraag naar uitzendkrachten neemt toe, vooral in de industrie, en de werkloosheid in Nederland daalde in juni voor de vierde maand op rij. Dat Nederland zou achterlopen bij andere landen, heeft ermee te maken dat zware industrie een hoge mate van automatisering kent, waardoor relatief minder arbeidskrachten nodig zijn dan in arbeidsintensieve sectoren. Dat neemt niet weg dat de Nederlandse economie, en vooral de maakindustrie, net als andere landen profiteert van het wereldwijde herstel. Doordat de maakindustrie in Nederland kleiner is dan in bijvoorbeeld Duitsland gaat het herstel van de gehele economie wel wat langzamer.

Op de arbeidsmarkt zijn de eerste tekenen van stabilisatie al wel zichtbaar. Dat maakt de weg vrij voor een verder economisch herstel dat niet meer alleen afhankelijk is van de uitvoer. Gemakkelijk zal dat echter niet zijn. De investeringen zullen maar langzaam op gang komen door de lage bezettingsgraad bij bedrijven. En de consument krijgt de komende jaren forse bezuinigingen voor de kiezen, waardoor de koopkracht onder druk staat.

Een vliegende start is bovendien geen garantie voor een duurzame economische groei. Dat bewijzen de Verenigde Staten. Daar was de economische groei in het tweede kwartaal lager dan verwacht en bovendien lager dan in de kwartalen ervoor, waardoor de angst voor een nieuwe recessie toeneemt. Op de schaal van fragiel tot overtuigend zijn de VS volgens sommigen zo verder afgegleden richting fragiel. Het is te hopen dat er in Nederland, vóór het eventueel zo ver is, een stevige bodem is gelegd onder het herstel. Gematigd economisch herstel, gebaseerd op degelijke fundamenten, is beter dan een economie die kunstmatig wordt gestimuleerd en te vroeg piekt.

Op de arbeidsmarkt lijkt daarvoor alvast een begin gemaakt. Nu nog een regeerakkoord met oog voor de toekomst, waardoor het vertrouwen in de economie herstelt. Pas dan zullen de binnenlandse bestedingen gaan bijdragen aan een overtuigend economisch herstel en kan de economie weer tegen een stootje.

De auteur is econoom en werkt bij Rabobank Nederland.

Meer over
Groot Geld

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer