Volgens de VN-missie in Afghanistan (Unama) waren in de eerste helft van dit jaar 1271 Afghaanse burgers gedood, een forse stijging ten opzichte van een jaar eerder. De meeste burgerslachtoffers werden toegeschreven aan de opstandelingen. De buitenlandse troepen en het Afghaanse regeringsleger, waarten bewegingen als de Taliban vechten, zouden juist veel minder burgers hebben gedood dan vorig jaar.

De Taliban waren van 1996 tot 2001 aan de macht in Afghanistan. Sinds hun val strijden de soennitische rebellen tegen de buitenlandse militairen en de Afghaanse overheid. Hun belangrijkste strijdmiddelen zijn bermbommen en zelfmoordaanslagen.