Britten en Irakezen patrouilleren samen
Britse militairen en Iraakse politieagenten hebben zondag gezamenlijk gepatrouilleerd in de Zuid-Iraakse stad Basra, die de afgelopen week het toneel was van grootschalige plunderingen.
Het was voor het eerst dat Iraakse agenten de straat opgingen sinds de ineenstorting van het bewind van Saddam Hussein. De agenten hielpen de Britten met het controleren van personenauto’s en probeerden vast te stellen of het ging om gestolen voertuigen.
Een Britse legerwoordvoerder, Chris Vernon, zei dat de afgelopen 24 uur sprake was geweest van een duidelijke verbetering van de veiligheidssituatie in Basra. „Het plunderen neemt beduidend af.” Vernon voegde hieraan toe dat de plunderingen deels het werk waren geweest van gevangenen die waren vrijgelaten door Saddams Ba’ath-partij.
Het Britse ministerie van Defensie meldde dat het twee politiefunctionarissen naar Basra had gestuurd om lokale bestuurders en Britse troepen te adviseren over ordehandhaving.
Britse militairen verspreidden zondag ook voor het eerst een krant die volgens de militairen was geschreven „door Irakezen voor Irakezen.” Legerwoordvoerder David Kemmisbetty zei dat het de eerste krant is die de Irakezen informatie geeft die niet door de Ba’ath-partij is gecensureerd. Hij erkende dat er ook informatie in staat over de operaties van het Britse leger, „om uit te leggen wat we hier doen.”
Plunderaars hebben zondag het al-Salam-paleis op de westelijke oever van de rivier de Tigris leeggeroofd, maar elders in Bagdad leek langzaam een eind te komen aan de uitbarsting van anarchie die volgde op de val van het bewind van Saddam Hussein. Mensen voelden zich veilig genoeg om hun huizen te verlaten en rond te rijden, zo dat er zelfs weer verkeersopstoppingen ontstonden. In het centrum reden ook weer stadsbussen.
Amerikaanse militairen bewaakten bankgebouwen en ziekenhuizen, kinderen speelden op straat, winkels gingen weer open en marktkooplieden met karren vol groenten probeerden hun waar aan de man te brengen. Vanuit het westen kwamen honderden auto’s volgepakt met persoonlijke bezittingen naar Bagdad, een teken dat inwoners die gevlucht waren, naar hun huizen terugkeerden.
Aanhoudend verzet in delen van Bagdad maakt het moeilijk voor de Amerikanen om de orde te herstellen. Generaal Tommy Franks zei zondag dat de stad in zestig zones is opgedeeld, in tien tot vijftien daarvan wordt nog verzet geboden door leden van de Republikeinse Garde, de Fedayeen-militie, leden van de bijzondere veiligheidsdienst en door ’buitenlanders’, onder wie vooral Syriërs.
Op de internationale luchthaven arriveerde een team van 32 genisten van het Amerikaanse leger, die onder meer de elektriciteitsvoorziening van de 5 miljoen inwoners tellende stad moeten herstellen. Gewapende eenheden zullen de militaire ingenieurs moeten vergezellen. Volgens een Amerikaanse woordvoerder worden de pogingen om de elektriciteit te herstellen actief gehinderd door paramilitairen.
Op de luchthaven worden humanitaire hulpgoederen aangevoerd en versterkingen voor de Amerikaanse troepen. De Amerikanen zijn druk bezig de bomkraters in de twee landingsbanen te dichten. Met de komst van 12.000 tot 15.000 man in de komende drie weken zal het verwaarloosde en beschadigde vliegveld uitgroeien tot een belangrijke operationele basis.
Gewapende mannen ontvoerden in Bagdad drie Maleisische journalisten en hun Iraakse tolk. De tolk werd vermoord, de Maleisiërs na enige tijd ongedeerd vrijgelaten. Twee Maleisische artsen raakten gewond.
Ook de Chinese ambassade is doelwit geworden van plunderaars. Een verslaggever van het persbureau Xinhua zag een twintigtal gewapende mannen op de binnenplaats van de ambassade die koelkasten, computers en airconditioners weghaalden. Ook elf ambassadeauto’s verdwenen.
Zondag bezochten plunderaars het Al-Salam paleis op de westelijke oever van de Tigris. Mensen vergaapten zich aan de weelde waarin Saddam baadde. De plunderaars, onder wie vrouwen in chador en jonge kinderen, haalden beelden van de keurig verzorgde gazons en sloopten marmeren platen van de wanden. Sommigen zeulden zware, vergulde deuren mee, anderen gooiden handgranaten in de siervijvers en schepten de dode vissen die boven kwamen drijven in plastic tassen.
Amerikaanse mariniers vinden op tal van plaatsen in de hoofdstad wapens. Explosieven, munitie en raketgranaten duiken op in geparkeerde vrachtauto’s, in scholen en op open terreinen. Bij gebrek aan mankracht worden de wapens niet onmiddellijk afgevoerd.
Voor het Palestina-hotel in Bagdad, waar veel buitenlandse journalisten logeren, hielden zondag ongeveer zestig mensen een betoging tegen de Verenigde Staten. Op borden waren teksten te lezen als ”Bush weg”, ”Amerikaanse troepen moeten onmiddellijk weg” en ”Bush + Saddam = Eén”.