Buitenland

Failliet tweestatenoplossing Israël dreigt

De meeste Israëli’s en Palestijnen zijn voor verdeling van het gebied aan de westzijde van de Jordaan in twee staten. Maar nu de verwezenlijking van een tweestatenoplossing op zich laat wachten, maakt het idee van een gezamenlijke staat voor Joden en Palestijnse Arabieren een krachtige comeback.

Alfred Muller
31 July 2010 09:24Gewijzigd op 14 November 2020 11:21
De scheidingsmuur tussen door de Israëli’s en Palestijnen bestuurde gebieden in Bethlehem. Foto Alfred Muller
De scheidingsmuur tussen door de Israëli’s en Palestijnen bestuurde gebieden in Bethlehem. Foto Alfred Muller

De Brits-Amerikaanse historicus Tony Judt lanceerde de één-staat-voor-allen-gedachte in 2003 opnieuw in een artikel in The New York Review of Books. Hij stelde dat het „te laat” was voor een Israëlische terugtrekking uit de gebieden die het in de oorlog van 1967 veroverde. Sindsdien wordt er veel over het eenstaatmodel gezegd en geschreven.

Onder Israëli’s is de gedachte niet langer taboe. De Israëlische krant Ha’aretz liet onlangs een aantal nationaal-religieuzen aan het woord die voorstander zijn van één staat voor Joden en Palestijnen. Ze beseffen dat de bezetting van de Westoever leidt tot zware internationale kritiek op Israël. De vorming van één staat, waarbij Palestijnen ten slotte volledige persoonlijke rechten krijgen, duurt zeker tien jaar, zeggen zij. Totale gelijkheid moet er volgens hen niet komen. De symbolen van de staat blijven Joods.

De gedachte leeft tegenwoordig ook onder seculiere Israëli’s. De tweestatenoplossing mag dan in het belang van Israël zijn; de annexering van de Westoever is een feit dat niet meer ongedaan kan worden gemaakt. Anderen willen daarentegen zo ver nog niet gaan. Zij geloven dat een tweestatenoplossing nog zeker haalbaar is, zij het dat de klok vijf voor twaalf aangeeft.

In 2004 schreef Gary Sussman van de Tel Avivuniversiteit dat de basis en steun voor scheiding van twee volken geërodeerd is, vooral vanwege eenzijdige Israëlische acties. „Theoretisch kan dit proces worden gekeerd, maar momenteel blijkt er geen Israëlische, Palestijnse of internationale leider te zijn die de huidige trend van eenwording kan doorbreken.”

De Israëlische historicus Meron Benvenisti voorspelde onlangs op een persbijeenkomst dat de status-quo van de Israëlische controle over de Westoever blijft bestaan. „Over twee jaar zal er opnieuw een excuus worden gevonden om de Palestijnen geen staat te geven.” Een mogelijke oplossing die hij ziet is een machtsverdeling tussen Israëli’s en Palestijnen met open grenzen naar elkaars gebieden toe.

Onder Palestijnen heeft de eenstaatgedachte het altijd al goed gedaan. Het model is leidend voor de politiek van Hamas, de partij die in 2006 de Palestijnse verkiezingen won. In artikel 11 van haar handvest stelt de beweging dat Palestina „islamitisch land” is, toevertrouwd aan de moslimgeneraties „tot de dag van het oordeel.” Een vreedzame oplossing van het conflict door landverdeling is volgens artikel 13 „in strijd met de ideologie van de islamitische verzetsbeweging, want het opgeven van enig deel van Palestina is als het opgeven van religie.”

De Palestijnse bevrijdingsbeweging PLO stelde in haar handvest van 1964 dat Palestina een „ondeelbare territoriale eenheid” is en dat de verdeling waartoe de VN in 1947 besloten en de oprichting van Israël „van nul en generlei waarde” is. Weliswaar besloot de Palestijnse nationale vergadering in april 1996 tijdens een bijeenkomst in Gaza op advies van de vroegere leider Yasser Arafat om die artikelen uit het handvest te schrappen die oproepen tot de vernietiging van Israël en nam de Palestijnse nationale raad in 1998 in bijzijn van de Amerikaanse president Bill Clinton hetzelfde besluit, toch hebben de Palestijnen nooit een nieuw handvest opgesteld.

Palestijnse functionarissen zeggen dat ze voor een tweestatenoplossing zijn. Maar als deze bij gebrek aan politieke vooruitgang onuitvoerbaar blijkt, wordt de eenstaatoplossing volgens hen onvermijdelijk. De Palestijnse toponderhandelaar Saeb Erekat zei twee weken geleden tegenover Ha’aretz dat voor de Palestijnse Autoriteit het „moment van waarheid” nadert. Hij doelde daarmee op het moment waarop het Palestijnse leiderschap aan het volk zal meedelen dat de „tweestatenoplossing niet langer een optie” is.

De krant citeerde ook de Palestijnse minister Sufyan Aby Zaydeh. „Of er komt een Palestijnse staat”, zei hij, „of er komt één staat met gelijk burgerschap. Het Palestijnse volk zal niet van de aardbodem verdwijnen. We zullen tenslotte onze rechten krijgen: in de staat Palestina of in de staat Israël.”

Nieuw is de eenstaatgedachte allerminst. In de vorige eeuw is de mogelijkheid om één staat op te richten al onderzocht en… afgewezen. In 1937 concludeerde de Britse Peelcommissie dat er grote tweedracht bestaat tussen Arabieren en Joden en dat er geen gemeenschappelijke grond bestaat. „Ze verschillen in religie en taal. Hun culturele en sociale leven, de manieren waarop ze denken en zich gedragen, zijn even weinig met elkaar te verenigen als hun nationale aspiraties.” Gedurende de afgelopen ruim zeventig jaar is de haat jegens en de angst voor de ander alleen maar toegenomen. De basis voor één staat ontbreekt.

Tussen de Jordaan en de Middellandse Zee wonen circa 11 miljoen mensen, van wie een kleine meerderheid Jood is. Tegenstanders van de eenstaatoplossing hebben erop gewezen dat de Joden in verband met de aanwezigheid van grote Palestijnse gezinnen een minderheid kunnen worden. De gezamenlijke staat kan daardoor op termijn veranderen in een islamitische staat.

Door de onvermijdelijke machtsstrijd tussen beide etnische groepen zal zo’n staat bol staan van spanningen en eventuele uitbarstingen van geweld. Dat kan leiden tot een catastrofe voor zowel Israëli’s als Palestijnen. Veel Israëli’s zullen het land willen verlaten.

Tegenstanders van een eenstaatoplossing wijzen erop dat wat niet gelukt is met oorlogen en terreur, namelijk de vernietiging van Israël als Joodse staat, mogelijk wordt bereikt met de introductie van een nieuw politiek model waarbij de nationale staat wordt vervangen door een multiculturele, multi-etnische en multireligieuze mengelmoes.

Het enige alternatief is volgens hen een tweestatenoplossing met wederzijds overeengekomen grensveranderingen en veiligheidsgaranties voor Israël. Daarbij zou er een militaire rol voor Jordanië kunnen worden weggelegd om op de Westoever te voorkomen dat Hamas een islamitische staat opricht die een jihad tegen Israël begint. De regering van premier Netanyahu zou er daarom in de ogen van de tegenstanders goed aan doen om toe te werken naar een scheiding.


Wie heeft de schuld?

Palestijnse zegslieden leggen de schuld van de dreigende teloorgang van een tweestatenoplossing bij Israël neer. Israëli’s zeggen dat de Palestijnen dat aan zichzelf te wijten hebben.

Palestijnen hebben de mogelijkheid om een eigen staat op te richten bij herhaling verworpen. Dat begon al in 1947 met het verdelingsplan van de VN voor Palestina in een Joodse en een Arabische staat. Tussen 1948 en 1967 ondernamen Palestijnen geen noemenswaardige pogingen een eigen staat op te richten. In 2000 weigerde de Palestijnse leider Yasser Arafat in Camp David in te gaan op het aanbod van de Israëlische premier Ehud Barak een staat op te richten in verreweg het grootste deel van de Westoever. In 2008 bood Ehud Olmert Abbas opnieuw een Palestijnse staat aan.

De Palestijnse leiders hebben bovendien bij herhaling gezegd Israël nooit te kunnen accepteren als Joodse staat. Terwijl dat juist de bedoeling is: Israël als Joodse staat met een Arabische minderheid met gelijke rechten én Palestina als Palestijnse staat met een Joodse minderheid met gelijke rechten.

Ook Israël heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het feit dat de tweestatenoptie aan zeggingskracht heeft ingeboet. Door de uitbreiding van de nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever is een scheiding moeilijker geworden. Inmiddels wonen er 300.000 Israëli’s in meer dan honderd dorpen en steden. Daarbij komen nog de bijna 200.000 Israëli’s in wijken die Israël na de oorlog van 1967 in Oost-Jeruzalem bouwde.


Een gemêleerd gezelschap

De voorstanders van de eenstaatoplossing vormen een gemêleerd gezelschap. Ze bevinden zich in kringen van christenzionisten, westerse antizionisten, Israëlische nationaal-religieuzen en Palestijnse moslimfundamentalisten. De gedachten over hoe de verwezenlijking moet plaatsvinden, lopen ver uiteen. Er zijn drie varianten.

Bij de eerste variant hebben moslims de suprematie. Joden, voor zover ze mogen blijven wonen in Groot-Palestina, dienen zich te onderwerpen aan de suprematie van de islam. Voorstanders zijn fundamentalistische moslims.

Bij de tweede variant geldt het omgekeerde. De Joden hebben het voor het zeggen en de Palestijnen in Groot-Israël dienen zich, voor zover ze mogen blijven, te onderwerpen aan de Joodse suprematie. Voorstanders van dit idee komen voor onder religieuze en ultranationalistische Joden en onder christenzionisten.

Bij de derde variant krijgt iedereen dezelfde burgerlijke rechten. Israël en de Palestijnse Autoriteit gaan op in een democratische staat voor twee volken. Deze gedachte komt voor onder sommige Palestijnen, in westerse radicaal-linkse kringen en bij sommige christenzionisten.

Israëli’s hoeven bij dit laatste scenario de nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever niet te ontruimen, Palestijnen krijgen toestemming zich in Tel Aviv te vestigen en het recht op terugkeer geldt voor zowel Joden als Palestijnen in de diaspora.

Bij al deze scenario’sa komt er een einde aan Israël als Joodse én democratische staat.


Palestijnse voorwaarden

Het overleg over een tweestatenoplossing ligt sinds december 2008 stil. De Israëlische premier Benjamin Netanyahu heeft de Palestijnse president Mahmud Abbas bij herhaling opgeroepen zich terug te spoeden naar de onderhandelingstafel.

Abbas stelt voorwaarden vooraf: hij wil dat Israël de grens van voor 1967 erkent als de toekomstige grens van Palestina en de bouw in nederzettingen volledig bevriest. Israëlische functionarissen zeggen dat Abbas weigert te praten omdat hij niet gelooft dat hij met Netanyahu een akkoord kan bereiken. De Arabische Liga heeft Abbas inmiddels het groene licht gegeven voor rechtstreeks overleg.

Op 26 september loopt de Israëlische beperking van de bouw in de nederzettingen af. De meerderheid van de coalitie van Netanyahu wil dat Israël daarna verder bouwt in de nederzettingen op de Westoever. Zij stellen dat de beperking van de uitbreiding geen nut heeft gehad, omdat die er niet toe heeft geleid dat Abbas weer meedoet aan het vredesoverleg.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer