Volgens het CPB zouden de afgesproken bezuinigingen en lastenverzwaringen zeer nadelig uitpakken voor de economische groei en de werkgelegenheid. Het instituut voorspelde een verlies van 110.000 banen.

Nadat de uitkomsten van de CPB-exercitie bekend waren geworden, zagen CDA en PvdA zich genoodzaakt de afspraken open te breken. Vervolgens ontstond er een diepgaand meningsverschil over de wijze waarop aan de kritiek van het planbureau tegemoet gekomen kon worden. Die botsing ontaardde uiteindelijk in een breuk.

In een interview met deze krant zegt Verbon dat de voorspellingen van het CPB veel te serieus worden genomen. „Ik neem ze met een grote schep zout. Wat het CPB beweert, is echt enorme onzin en gaat buiten iedere economische werkelijkheid om.”

Hij wijst erop dat het CPB een model hanteert dat voor discussie vatbaar is. „Je kunt wel duizenden modellen van de economie maken en bij ieder model komt er iets anders uit.” Volgens Verbon hebben voorspellingen over banenverlies in de komende kabinetsperiode dezelfde waarde als de prognose „dat het vandaag over vijf jaar zal vriezen.”

De kritiek van Verbon wordt gedeeld door de Rotterdamse econoom A. de Groot van Ecorys (voorheen het Nederlands Economisch Instituut). Hij is gespecialiseerd in publieke financiën. „De berekeningen van het CPB worden gepresenteerd als de enige waarheid, maar het is slechts de waarheid gebaseerd op hun specifieke model. De politiek kent aan het CPB overdreven veel gezag toe.”

Het is niet voor het eerst dat het CPB onder vuur ligt. De Rotterdamse econoom prof. dr. E. Bomhoff probeerde vorig jaar in de korte tijd dat hij minister van VWS was, de reputatie van het planbureau aan te vechten. Hij streed al veel langer tegen de monopoliepositie van het CPB. Het planbureau is een onafhankelijk adviesbureau van de regering, dat onderdeel is van het ministerie van Economische Zaken.

Inhoudelijk was Bomhoff het vaak oneens met het CPB. In 1995 richtte hij als tegenhanger het bureau Nyfer op. Als directeur van Nyfer probeerde Bomhoff opdrachten bij ministeries los te krijgen. Hij wees daarbij op de tekortkomingen van het CPB. Hij was het ook niet eens met de uitkomst van de berekeningen die het planbureau losliet op het financieel beleid van het kabinet-Balkenende.