Nederlanders klagen vaker over buren
ROTTERDAM (ANP) – Het aantal meldingen van woonoverlast in Nederland is groeiende, al blijkt de snelle en gerichte aanpak van woonoverlast wel te werken. Dat constateert Aedes, de landelijke vereniging van woningcorporaties aan de hand van gegevens van organisaties die dergelijke overlast aanpakken.
Harde cijfers heeft Aedes niet, omdat er geen landelijk register wordt bijgehouden. Volgens de koepelorganisatie is het vooral een stadsprobleem. In zowel Utrecht als in Rotterdam constateren de meldpunten dat meer mensen aankloppen met klachten over woonoverlast. „Dat kan variëren van rokende barbecues, gillende katten en krijsende baby’s”, vertelt stadsmarinier Jur Verbeek van de gemeente Rotterdam.
Of die toenemende klachtenregen mede komt door de aandacht voor woonoverlast bij de politiek en in de media is onduidelijk. Ondertussen worden door heel Nederland met succes projecten opgezet om de problematiek zo snel mogelijk de kop in te drukken, zoals in Gouda, Schiedam en veel eerder al in Den Bosch en Utrecht. Vooral buurtbemiddeling en inzet van mediators hebben een positief effect, tonen de cijfers aan.
Zo wordt in Utrecht gewerkt met Wijkgerichte Woonoverlastnetwerken. „Meer dan 90 procent van alle extreme woonoverlast wordt opgelost of beheersbaar gemaakt. „Het recidivecijfer gemeten over een periode van negen jaar ligt op 11,6 procent”, melden de woonoverlastnetwerken op de website.
Rotterdam begon vorig jaar met het actieplan woonoverlast. In de havenstad ervaren 200.000 mensen regelmatig overlast van hun buren; 47.000 mensen zelfs extreme overlast. De gemeente besloot in eerste instantie vijfhonderd dossiers onder de loep te nemen. In het actieplan werd het gebruik van gele en rode kaarten aangekondigd. Deze methode hanteren ook andere gemeenten. De gele kaart is een laatste waarschuwing, de rode betekent je huis uit.
Het afgelopen jaar werden in de Maasstad zes rode kaarten getrokken en vijf gele. Het doel in Rotterdam is om de overlast te verhelpen en niet om zo veel mogelijk mensen op straat te zetten. De meeste overlastzaken (150) werden de kop ingedrukt door inzet van mediators en buurtbemiddeling. Verder zijn nog honderd zaken in behandeling en in alle andere gevallen zijn veroorzakers doorverwezen naar hulpverleningsinstanties of zijn bewoners op andere manieren vertrokken.
Belangrijke nieuwe ontwikkeling is volgens projectleider Verbeek de herriemeter. „Hiermee kun je objectief meten of en hoe groot de overlast is en heb je daarna duidelijke resultaten in handen waar je bij de rechter wat mee kan. Dat geldt niet alleen voor huurders, maar ook voor huiseigenaren. Daar gaat bij een rode kaart ook een stalen plaat tegen de voordeur.”
Ondanks de stijgende klachtenregen over woonoverlast, zag Aedes het aantal huisuitzettingen in 2008 dalen tot 1438. In de voorgaande jaren liep het aantal uitzettingen juist op van 1057 in 2005 tot 1836 in 2007.