Hij reageerde op de niet-bindende uitspraak van het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in Den Haag dat de Servische provincie Kosovo zich legaal heeft afgesplitst van Servië. Het ICJ oordeelde donderdag dat de eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring van 17 februari 2008 niet indruist tegen internationaal recht. De resolutie van de VN waarin staat dat Kosovo onderdeel van Joegoslavië blijft, is weliswaar nog steeds geldig. Maar ook daarin vonden de hoogste VN-rechters geen expliciet verbod op een eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring.

Dodik liet weten dat de Bosnische Serven na de verkiezingen van 3 oktober een eventuele afsplitsing bespreken.

De Bosnisch-Servische premier gaf in de krant af op het ICJ-oordeel. „Servië is weer eens vernederd en dat laat zien dat er nog steeds een machtig front tegen Servië en het Servische volk bestaat. We zijn teleurgesteld over wat er met Servië gebeurt en ik weet zeker dat dit niet zonder gevolgen blijft voor Bosnië.”

De huidige staatkundige inrichting van Bosnië is in 1995, na de burgeroorlog, op de luchtmachtbasis Dayton in de Verenigde Staten onder grote Amerikaanse druk tot stand gekomen. De Republika Srpska is één van de twee entiteiten waaruit Bosnië bestaat. De andere is de Moslim-Kroatische Federatie. De samenwerking tussen de drie Bosnische volken (moslims, Serven en Kroaten) is al jarenlang een probleem. De Serven in de RS willen het liefst een zo los mogelijke statenbond terwijl vooral de moslims juist een centraal bestuurd Bosnië zonder entiteiten willen.

De secretaris-generaal van de NAVO, Anders Fogh Rasmussen, heeft eerder laten weten dat Bosnië het lidmaatschap van het bondgenootschap kan vergeten als het niet bij elkaar blijft. Volgens de Deen moet Bosnië aantonen dat het kan handelen als „één functionerende staat”. Hij riep enkele maanden geleden de Bosnische politici op te stoppen met „nationalistische retoriek” en de boel bij elkaar te houden.