Er heerste grote woede na de uitspraak onder de Bosjesmannen, de eerste bewoners van zuidelijk Afrika, aldus Survival International (SI). De mensenrechtenorganisatie die opkomt voor inheemse volksstammen rept van een grote tegenslag voor de veelal arme en gemarginaliseerde bevolkingsgroep. De uitspraak betekent dat ze afhankelijk blijven van sporadische regenval en watermeloenen.

De woordvoerder van de Bosjesmannen noemt de uitspraak heel slecht. „Als we geen water hebben, hoe moeten we dan overleven?”, vroeg hij zich af. Volgens hun advocaat moeten de Bosjesmannen ongeveer 40 kilometer afleggen voor de dichtstbijzijnde waterbron, wat te ver is voor hun vee. De regering verstrekte eerder wel vergunningen voor waterputten aan een luxe safarihotel en een diamantbedrijf dat een mijn in het gebied exploiteert.

In de jaren tachtig werden in het natuurreservaat diamanten gevonden, waarop de regering de Bosjesmannen verzocht te vertrekken. In 2002 sloten de autoriteiten hun enige waterput af om ze weg te jagen, aldus SI. Vier jaar later oordeelde het hof dat de gedwongen uitzettingen van de bevolkingsgroep onrechtmatig waren.

Het door waterschaarste geplaagde Botswana met zijn vele wildparken haalt een belangrijk deel van zijn inkomsten uit toerisme en enkele diamantmijnen. Ongeveer 100.000 Bosjesmannen leven verspreid over Botswana, Namibië en Zuid-Afrika.