Proces ex-premier Kosovo moet deels over
DEN HAAG (ANP) – Het proces wegens oorlogsmisdaden tegen ex-premier Ramush Haradinaj van Kosovo moet gedeeltelijk worden overgedaan. Dat heeft de Kamer van Beroep van het Joegoslavië-Tribunaal besloten. Het is de eerste keer dat het VN-hof in Den Haag een zaak gedeeltelijk overdoet.
Haradinaj werd in 2008 in eerste aanleg vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs en vrijgelaten. President Patrick Robinson (Jamaica) van het tribunaal, die de uitspraak in hoger beroep woensdagochtend voorlas, had maandag al een toen nog vertrouwelijk arrestatiebevel uitgevaardigd om Haradinaj opnieuw in hechtenis te nemen.
De VN-aanklagers hadden tijdens het proces in eerste aanleg in 2007/2008 grote problemen. Getuigen wilden niet naar Den Haag komen, omdat zij werden bedreigd.
De rechters besloten daarom de zaak af te sluiten zonder de aanklagers de tijd te gunnen om twee cruciale getuigen alsnog naar Den Haag te krijgen. Volgens de beroepsrechters is dat in strijd met de beginselen van een eerlijk proces.
Haradinaj (42) en zijn twee medeverdachten Idriz Balaj (38) en Lahi Brahimaj (40) waren in de jaren ‘90 regionale commandanten van het Kosovo-Bevrijdingsleger (UCK) van etnische Albanezen, die in opstand waren gekomen tegen de Servische politie en het Joegoslavische leger.
Volgens de VN-aanklagers maakte het UCK zich daarbij schuldig aan moord, marteling, verkrachting, gruwelijke behandeling van personen, deportaties en etnische vervolging. De slachtoffers waren burgers die werden verdacht van ‘collaboratie’ met de Serviërs. De aanklacht in de zaak-Haradinaj heeft betrekking op misdaden in 1998.
Het conflict in Kosovo leidde in 1999 tot ingrijpen van de NAVO om een eind te maken aan een humanitaire ramp. De Servische provincie kwam vervolgens onder VN-bestuur. In 2008 riep de etnisch-Albanese meerderheid eenzijdig de onafhankelijkheid uit. Het Internationaal Gerechtshof in Den Haag spreekt zich donderdag uit over de legaliteit van die stap.