Sutcliffe (64) werd in 1981 tot twintig keer levenslang veroordeeld voor de moord op dertien vrouwen in de stad Manchester en het Noord-Engelse graafschap Yorkshire. Hij werd verder schuldig bevonden aan poging tot moord op zeven vrouwen. De man zei dat hij van God opdracht had gekregen prostituees om het leven te brengen.

Sutcliffe had de Hoge Raad verzocht het mogelijk te maken dat hij voorwaardelijk zou worden vrijgelaten. Dat kon omdat de rechter die hem veroordeelde had aanbevolen dat hij minimaal dertig jaar zou moeten vastzitten. Rechter John Mitting van de Hoge Raad voelde daar echter niets voor.

Mitting zei dat hij zijn uitspraak had gebaseerd op verklaringen van nabestaanden van zes vermoorde vrouwen. „Dat zijn ontroerende verslagen van het grote verlies en de grote en blijvende schade die zes van zijn misdaden aan de nabestaanden hebben toegebracht”, aldus Mitting. Alle nabestaanden bepleitten dat Sutcliffe de rest van zijn leven in de gevangenis zou blijven.

Medici hebben geconcludeerd dat de vroegere vrachtwagenchauffeur in de gevangenis „buitengewone vorderingen” heeft geboekt als gevolg van een behandeling voor schizofrenie. Volgens hen is het risico gering dat hij opnieuw in de fout gaat. De Yorkshire Ripper, die zijn naam te danken heeft aan de negentiende-eeuwse seriemoordenaar Jack the Ripper, zit vast in een psychiatrisch centrum voor gedetineerden.