Premier Japan hoopt op herhaling 2009
TOKIO – Krachtige luidsprekers op rondrijdende bestelwagens schreeuwen de namen van Japanse politici de lucht in. Het is weer verkiezingstijd in Japan. Ditmaal voor de Eerste Kamer. Zowel kiezers als commentatoren vragen zich af er op 11 juli een vervolg komt op de politieke revolutie van vorig jaar.
Japanse kiezers zijn teleurgesteld in de Democratische Partij van Japan (DPJ), die vorig jaar een einde maakte aan de vrijwel onafgebroken naoorlogse alleenheerschappij van de Liberaal Democraten (LDP). Japan was vol hoop toen Yukio Hatoyama in september werd ingezworen als nieuwe premier van Japan. Maar hij maakte er een janboel van, en in de opiniepeilingen gleed hij pijlsnel weg. Nog geen tien maanden nadat hij premier was geworden, trad Hatoyama alweer af. DPJ-secretaris-generaal Ichiro Ozawa volgde zijn voorbeeld.
Hatoyama’s positie als DPJ-leider en premier werd overgenomen door Naoto Kan, een politicus van de nieuwe leest. Kan verschilt in vrijwel alles van zijn voorgangers. Hij is de eerste premier in tien jaar die zijn politieke loopbaan niet heeft geërfd en de allereerste die begon als linkse activist. Hij kan bovendien bogen op een brede ervaring, variërend van minister van Financiën tot minister van Volksgezondheid.
Kan werd politicus vanwege sterke overtuigingen en niet omdat de baan hem in de schoot werd geworpen. Hij gelooft in transparantie en verantwoordelijkheid. Kan gaf in 1996 blijk van zijn opvattingen, toen hij als minister van Volksgezondheid de verantwoordelijkheid nam voor transfusies van met hiv besmet bloed. Zijn gevecht met de machtige Japanse ambtenarij die het probleem jarenlang had verduisterd en zijn verontschuldigingen aan de slachtoffers maakten Kan razend populair. Het leverde hem uiteindelijk het leiderschap van de DPJ op.
Zoals in Japan gebruikelijk was de wraak bitter en zorgvuldig getimed. In 2004 beschuldigde het ministerie van Volksgezondheid Kan van financiële onregelmatigheden. Kan trad af als DPJ-leider en de populariteit van zijn partij kelderde. Een woordvoerder van het ministerie maakte later bekend dat er een administratieve fout was gemaakt. Kans blazoen was gezuiverd. De kwestie toonde opnieuw de enorme macht die Japanse ambtenaren op politici uitoefenen.
Deze episode droeg bij tot Kans vastberadenheid om van Japan een echte democratie te maken, met de touwtjes in handen van politici.
De Japanse kiezer heeft het aftreden van Hatoyama en Ozawa en de keuze voor Kan als DPJ-lijsttrekker ervaren als een grote schoonmaak. Direct nadat de DPJ Kan had gekozen, schoot de partij in de peilingen weer omhoog. Dankzij Kan gaan de komende verkiezingen weer ergens over. Het is niet zozeer een referendum over het DPJ-leiderschap als wel een keuze over de toekomst van Japan.
Die toekomst is in gevaar. Het land heeft schijnbaar onoverkomelijke problemen. De staatsschuld is twee keer zo groot als het bruto nationaal product en daarmee de grootste ter wereld. Dat Japan nog niet is verworden tot een Grieks drama, komt doordat al dat geld niet afkomstig is uit het buitenland, zoals in het geval van Griekenland.
Daarnaast worstelt het land met een falend politiek stelsel, deflatie, een zwakke economie, hoge werkloosheid, een krimpende bevolking, een dramatische vergrijzing, een sociaal stelsel dat op springen staat, grensgeschillen met de buurlanden (Japan heeft 65 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog nog altijd geen vrede getekend met Rusland) en hoogoplopende spanningen over de bondgenootschap met de VS.
Na het fiasco van Hatoyama, start de DPJ niet met een schone lei. Maar de hoop die het afgelopen jaar in de lucht hing, lijkt dankzij Kan gedeeltelijk weer terug. Van alle kandidaten is hij ongetwijfeld het beste toegerust om de problemen het hoofd te bieden.
De vraag is of Kan op de nieuwe golf van hoop kan surfen om in de Eerste Kamer weer een meerderheid voor de DPJ te winnen. Als het hem lukt, kan hij drie jaar regeren tot de volgende verkiezingen. Lang niet voldoende om Japans ellenlange lijst van problemen op te lossen maar wellicht toereikend om een flinke stap vooruit te doen.