„Zendingsdag in een zendingsland”
HARSKAMP – „Dat de Heere profeten zendt om tot Hem te doen wederkeren, geldt ook voor onze samenleving, al wordt die gekleurd door paars en oranje. Was het maar zwart, vanwege de oordelen des Heeren.”
Dat zei ds. Tj. de Jong, hersteld hervormd emeritus predikant te Staphorst, zaterdag in zijn openingswoord tijdens de zendings- en ontmoetingsdag van de hersteld hervormde kerk te Harskamp. Na de dood van hogepriester Jojada verliet het volk de Heere, zei ds. De Jong. „Ook ons land is van de Heere afgeweken. Maar profeten roepen op tot wederkeer. We hebben vandaag een zendingsdag in een zendingsland.”
”De heilige oorlog”. Zo omschreef ds. J. D. Heikamp, hersteld hervormd emeritus predikant te Staphorst, zijn meditatie over de strijd tussen Israël en Amalek in Numeri 24. „Wij zijn op een zendingsdag vaak geneigd een tekst uit te zoeken die gericht is op beloften voor de heidenen. Hier in Numeri is Amalek de eersteling van het oordeel van de heidenen”, aldus ds. Heijkamp. „Dat oordeel wordt uitgesproken door de profeet Bileam.”
Amalek is een nakomeling van Ezau. In de strijd tussen Jakob en Ezau balt Ezau zijn vuisten tegen Gods verkiezing. Ezau wil niets weten van de uitverkiezing. „Laat een prediker het vandaag ook niet hebben over de uitverkiezing. Ogen schieten vlammen van vuur en vijandschap”, zei ds. Heijkamp. „De strijd gaat door, ook op het zendingsveld. Huizen worden afgebroken en christenen worden verjaagd. Het is een strijd tegen het levende Kind.”
Volgens de predikant geldt dat niet alleen tussen de wereldreligies, maar ook in ons land. „De heilige oorlog gaat door. Het gaat zoals God wil dat het gaan zal. De Amalekiet rukt steeds meer op. De strijd woedt niet alleen in de wereld maar ook in de reformatorische kerken.” Amalek is volgens de predikant uit Staphorst het beeld van ons vlees, het vlees der zonde. „Die Amalekiet moet niet opgeknapt worden. Hij moet neergesabeld worden door het gericht van God. Het is de taak en roeping van dienaren van het Woord om de Amalekiet in het hart te doden. Het hoofd moet eraf geslagen worden, net als David deed bij Goliath. Als mijn hoofd er niet af gaat, kan Christus mijn Hoofd niet zijn. We moeten van een Amalekiet een Israëliet worden.”
Ds. D. Zoet, hersteld hervormd predikant te Ouderkerk aan den IJssel, besloot de ochtendbijeenkomst vanuit Handelingen 8, de geschiedenis van Filippus en de kamerling. Psalm 68 zegt daarvan: „Morenland zal zich haasten zijn handen tot God uit te strekken.” „De moorman, die onder een drievoudige vloek lag, had alles tegen om zalig te worden. Hij mocht als gesnedene de tempel niet in. Het Jeruzalem van de wet kon hem niet zalig maken. Toch wordt hij zalig. Hij had God in Zijn welbehagen mee. Hij buigt zich over en onder het Woord van God. Filippus predikt hem Wet en Evangelie.”
De middagbijeenkomst werd geopend door ds. H. Zweistra, hersteld hervormd predikant te Elspeet, met Psalm 2:8. „Te midden van het woeden der heidenen is er de samenspraak tussen de Vader en de Zoon: „Eis van Mij en Ik zal de heidenen geven tot Uw erfdeel en de einden der aarde tot Uw bezitting.” De Heere regeert. Hij heeft alle macht, ook als alles om ons heen woedt. We hoeven niet te wanhopen”, aldus ds. Zweistra.
Ds. Tj. de Jong vertelde voor de kinderen een verhaal over drie joodse meisjes in wier harten de Heilige Geest het verlangen en de liefde tot de Heere Jezus wekte. Ze speelden in Berlijn op straat. Daar hoorden zij van christenkinderen dat er in de Bijbel gesproken wordt van de Zoon van God, Die de Zaligmaker is van verloren en zondige mensen, ook van joodse kinderen. Dat wekte het verlangen in hun hart om in Hem te geloven. Ze wilden niet langer zonder Hem leven. Hun ouders wilden daar niets weten. Daarom zochten ze hun heil bij een dominee in Berlijn. Ze mochten bij hun ouders terugkomen als ze Jezus zouden afzweren. Dat konden ze niet. Uiteindelijk werden deze kinderen in christengezinnen opgenomen.
Ds. J. G. van Tilburg, hersteld hervormd predikant te Waddinxveen, besloot de zendingsdag met Jeremia 31:15-17, waar de Heere zegt: „Er is een stem gehoord in Rama. Rachel weent over haar kinderen.” Ds. Van Tilburg betrok dat op het lijden van het joodse volk hem door de nazi’s aangedaan. „Als Rachel weigert zich te laten troosten, is er een stem die haar als het ware toeroept: „Kom tot uzelf.” Hoort u die stem ook?”