Oud-Kamerlid Schutte leidt vervolg fraudeonderzoek
Het vroegere Tweede-Kamerlid Schutte wordt voorzitter van de commissie die het misbruik van overheidsfinanciering in het hoger onderwijs onderzoekt. De 63-jarige Schutte, die van 1981 tot 2001 voor het GPV deel uitmaakte van de Tweede Kamer, gold als „het staatsrechtelijk geweten” van het parlement.
Staatssecretaris Nijs van Onderwijs maakt woensdag de samenstelling van de commissie bekend. De overige vier leden zijn C. Versteden, die onder meer betrokken was bij het onderzoek naar de cafébrand in Volendam, oud-lid van de Algemene Rekenkamer R. Mul, ex-hoogleraar van de Vrije Universiteit A. Vermaat en accountant Houdijk.
De commissie krijgt de leiding over vijftig accountants die naast hogescholen en universiteiten ook de boeken van instellingen van het middelbaar beroepsonderwijs controleren. De accountants worden gerecruteerd bij de kantoren van Ernst & Young en Deloitte & Touche, waarmee het ministerie contracten heeft.
De commissie heeft de opdracht al voor 15 juni oplossingen te bieden voor de onduidelijkheden in de wetgeving die wat al te creatief boekhouden van de instellingen zouden hebben uitgelokt. Op 1 januari moet duidelijk zijn welke instellingen met de bekostigingsregels hebben gesjoemeld. De demissionaire bewindsvrouw Nijs is vast van plan het ten onrechte ontvangen geld terug te vorderen.
PvdA, SP, GroenLinks en D66 namen woensdag niet deel aan het overleg met de staatssecretaris. De vier partijen, die hebben gepleit voor een eigen onderzoek van de Kamer, houden zich ver van de commissie. Nijs noemde dat opmerkelijk; het VVD-Kamerlid Aptroot vond het zelfs getuigen van weinig respect voor het parlement en de kiezer. De afwezige partijen werken aan een eigen onderzoek via hoorzittingen.
Om haar onafhankelijkheid te beklemtonen zal de commissie zelf aangifte doen, als er een vermoeden van fraude bestaat. Na overleg met minister Donner (Justitie) heeft Nijs dat besloten. Alleen de VVD was daar werkelijk enthousiast over. CDA, LPF en ChristenUnie hadden reserves.
Zo vond het CDA-Kamerlid Joldertsma het ook niet noodzakelijk dat in het eindrapport van de commissie-Schutte staat, welke afzonderlijke instellingen er de afgelopen vijf jaar precies over de schreef zijn gegaan. Nijs was daarover duidelijk: zij wil nu de onderste steen boven hebben. De biechtronde van de instellingen en het onderzoek van van de Algemene Rekenkamer, dat ook vernietigend was voor het ministerie, hadden onvoldoende resultaat.