In ontwikkelingshulp gespecialiseerde organisaties wezen er direct op dat de G8 in het verleden al vaker beloften deed, die vervolgens slechts ten dele werden waargemaakt. Zo beloofden de regeringsleiders tijdens een topoverleg in 2005 in het Schotse Gleneagles dat ze in de vijf jaar daarna 50 miljard dollar extra zouden investeren in ontwikkelingshulp.

De G8-landen kwamen uiteindelijk over de brug met ruwweg eenderde van dat bedrag. One, een organisatie die zich richt op armoedebestrijding, wees erop dat alleen de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Canada zich hadden gehouden aan de afspraken. Duitsland, Frankrijk en Japan maakten hun beloften slechts ten dele waar, terwijl Italië de daad helemaal niet bij het woord voegde.

„De G8 probeert haar belofte over de 50 miljard dollar extra voor ontwikkelingshulp voor dit jaar stilletjes op de lange baan te schuiven”, stelde Mark Fried van de hulporganisatie Oxfam. „Leiders mogen er niet mee wegkomen als ze zich onttrekken aan hun verantwoordelijkheid richting de armsten op aarde.”

Henry Malumo, woordvoerder namens ActionAid Afrika, is ook kritisch. „Opnieuw doet de G8 plechtige beloften die goed genoeg zijn voor een fotomoment, maar onvoldoende voor de noden van de miljoenen mensen die over de hele wereld in armoede leven.”

David Cameron en Barack Obama, de regeringsleiders van Groot-Brittannië en de Verenigde Staten, zetten hun collega’s onder druk om hun toezeggingen deze keer waar te maken. „Ik denk dat het frustrerend is als wereldleiders hun handtekening zetten onder zaken, waarna ze niet leveren”, aldus de Britse premier Cameron. „We hebben destijds beloften gedaan in Gleneagles. We moeten die beloften waarmaken.”