Alternatieven voor cremeren onderzocht
ALMERE – De uitvaartwereld onderzoekt twee alternatieven voor cremeren: verwateren of vriesdrogen. In beide gevallen resteert wit poeder.
Beide technieken zijn mogelijk milieuvriendelijker, duurzamer en voordeliger dan cremeren, waarbij het lichaam wordt verbrand, zo maakte Yarden Uitvaartorganisatie dinsdag bekend.
Bij de ene alternatieve techniek, het resomeren, wordt het lichaam in een zuurbad gelegd en verwaterd. Bij de andere techniek, cryomeren, wordt het lichaam behandeld met vloeibare stikstof. Yarden wil de voor- en nadelen van de alternatieven onderzoeken. Woordvoerder Gijs Pelser: „Waarschijnlijk hebben beide alternatieven duurzaamheidsvoordelen. Hoeveel energie heb je bijvoorbeeld nodig om de vloeibare stikstof op een bepaalde temperatuur te krijgen?”
Pelser denkt dat met name mensen die streven naar duurzaamheid geïnteresseerd zullen zijn in resomeren en cryomeren. „Het zal, net als bij cremeren, wel even duren voordat de technieken breed geaccepteerd worden.”
Ook voor mensen die moeite hebben met zowel begraven („vanwege hun idee dat een lichaam langzaam vergaat”) als met cremeren, kunnen de alternatieven interessant zijn, denkt Pelser.
Hij kan zich voorstellen dat bijvoorbeeld christenen moeite hebben met de alternatieven voor cremeren. „Het is niet zo dat wij het begraven willen schrappen. Wij willen mensen diverse mogelijkheden bieden.”
Beide technieken zijn in het buitenland bedacht. In Canada wordt dit jaar voor het eerst een menselijk lichaam geresomeerd. In de Verenigde Staten wordt resomeren al op dieren toegepast.
In Nederland is een wetswijziging nodig voordat resomeren en cryomeren zijn toegestaan. Dat kan jaren duren. Eerder dit jaar pleitte uitvaartorganisatie Monuta voor resomeren, aldus het AD dinsdag.
De christelijke begrafenisondernemer B. Vos uit Uddel heeft principiële bezwaren tegen de voorgestelde alternatieven. „Ik zie geen verschil met cremeren. Ik wil alleen mensen begraven. Dan denk ik aan de woorden: „Christus is begraven en wij met Hem.”