Pygmeeën leren hun geld tellen
DONGOU (IPS) – Voor het eerst leren volwassen pygmeeën in Congo-Brazzaville lezen en schrijven. Maar ze willen in de eerste plaats kunnen tellen. Dat is een goed wapen tegen andere Congolezen die hen traditioneel proberen te bedotten op de markt.
„Dit hier is een briefje van 1000, en dit is er eentje van 500; dat is samen 1500. Zo veel krijg je voor een liter honing”, demonstreert Paul Mombenza, een pygmee uit Ibenga, een dorp in het noorden van Congo-Brazzaville. Hij telt in CFA-frank, de munteenheid die gebruikt wordt in veertien landen in West- en Centraal-Afrika. Duizend CFA-frank is 1,60 euro.
„Vroeger wist ik alleen dat ik 10.000 CFA ontving als ik het bedrag in één biljet kreeg”, zegt Mongengela, een pygmee uit het dorp Mafouete. „Maar nu kan ik kleinere biljetten samentellen tot ik 10.000 heb, of zelf 20.000. De Bantoes kunnen me niet meer in de luren leggen.”
De Bantoes vormen de etnische meerderheid in Congo. De ongeveer 300.000 pygmeeën in het land, ongeveer 10 procent van de totale bevolking, worden op veel plaatsen gediscrimineerd en uitgebuit. Volgens Alexis Mfoukoumouko, een expert van het VN-kinderfonds Unicef, kan maar 5 procent van de pygmeeën in Congo lezen en rekenen.
De meer dan honderd deelnemers aan de cursus in Dongou komen uit verscheidene dorpen in het noorden van Congo. De meesten zijn nooit naar school geweest. „We willen de strijd aanbinden tegen het bedrog op de markten en onze leerlingen helpen prijzen te bepalen, net zoals alle andere kopers dat doen”, zegt Richard Bokodi, de coördinator van het project. Hij is ook een pygmee en voorzitter van de Vereniging voor de Ontwikkeling van de Baka, de naam van het plaatselijke pygmeeënvolk.
De initiatiefnemers van de opleiding in Dongou pakken de zaak serieus aan. De leerlingen komen meteen met hun hele gezin naar Dongou en kamperen daar twee maanden, tot de lessenreeks afgerond is.
De pygmeeën van Congo hebben weinig landbouwproducten om te verkopen, maar ze zijn wel belangrijke leveranciers van wild, honing, rupsen, fruit, knollen, eetbare plantenscheuten en andere bosproducten. Ze maken ook palmolie en natuurgeneesmiddelen. In veel gevallen verkopen ze die begeerde producten veel te goedkoop aan hun klanten.
Soms belanden pygmeeën zelfs in de slavernij omdat ze niet kunnen rekenen. Ze lenen geld, maar kunnen de interestvoet niet inschatten en slagen er niet in bij te houden hoeveel ze nog moeten terugbetalen. „Voor een schuld van 2000 CFA-frank (3,20 euro) werken ze soms twee of drie jaar op het veld of in het huishouden van de schuldeiser”, zegt Jean Nganga, de voorzitter van de Vereniging voor de Verdediging van de Rechten van Autochtone Volken in Brazzaville.
Het project in Dongou wordt gefinancierd door de Amerikaanse ambassade in Brazzaville. De Congolese overheid blijft in gebreke. „Momenteel kunnen we geen volwassenenonderwijs aanbieden”, zegt Justin Kouendolo van de Algemene Directie voor Alfabetisering. „We concentreren ons in de eerste plaats op onderwijs voor kinderen.”
Dat lijkt te kloppen. In de regio Likouala-Sangha, het hart van de pygmeeëngemeenschap in het noorden van het land, gaan volgens Unicef 2671 pygmeeënkinderen naar school. Ze kunnen er een twintigtal speciale scholen bezoeken. In heel het land zouden meer dan 5000 pygmeeënkinderen school lopen. Maar volgens Unicef is toch maar 28,6 procent van de pygmeeënkinderen in Congo ingeschreven. Ze haken vaak af omdat ze gediscrimineerd worden of omdat ze honger lijden.