Onrust in zuiden Kirgizië houdt aan
BISJKEK/OSJ (ANP/AFP) – De onrust in het zuiden van Kirgizië houdt ook maandag aan. De bezorgdheid van de internationale gemeenschap over het geweld in de voormalige Sovjetrepubliek groeit.
Secretaris-generaal Ban Ki-moon van de Verenigde Naties heeft een gezant naar de Kirgizische hoofdstad Bisjkek gestuurd evenals de Europese Unie en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa. De gezanten werken samen bij hun aanpak van de crisis. Ban zei zich zorgen te maken over het etnische geweld en het stijgende dodental.
In de stad Osj werd maandag opnieuw brand gesticht in een wijk waar veel Oezbeken wonen. Er was sporadisch geweervuur te horen, aldus getuigen.
Volgens de plaatsvervangende leider van het interim-bewind, Temir Sarijev, is de situatie in het nabijgelegen Dzjalal-Abad verder verslechterd. Hij zei dat er nog te weinig troepen in het zuiden zijn om een eind te maken aan de onlusten.
De overgangsregering in Bisjkek, die in april na een volksopstand aan de macht kwam, heeft Rusland gevraagd om militairen te sturen, maar het Kremlin wil hier niet aan.
Het etnische geweld tussen Kirgiezen en Oezbeken brak donderdag uit. Volgens het ministerie van Volksgezondheid hebben sindsdien 117 mensen het leven verloren en raakten 1485 anderen gewond. Tienduizenden en mogelijk meer dan 100.000 Oezbeken zijn naar Oezbekistan gevlucht. Scholen, fabrieken en andere grote gebouwen zijn tijdelijk ingericht om de vluchtelingen te huisvesten.
Getuigen meldden dat Kirgiezen schieten op leden van de Oezbeekse minderheid en hun eigendommen in brand steken. In het zuiden van het 5,5 miljoen mensen tellende land maken de Oezbeken ongeveer 40 procent van de bevolking uit.