De zaak draait om een zogeheten ‘merklicentie-overneenkomst’. Haji-Ionnau ontvangt jaarlijks 1 pond sterling (1,20 euro) in royalties voor het gebruik van de naam ‘easy’. Haji-Ionnaus bedrijf EasyGroup is eigenaar van alle ‘easy’-merken en licenties, waaronder EasyCars.

In de overeenkomst staat dat EasyJet wel aan nevenactiviteiten mocht beginnen maar dat deze niet meer dan 25 procent van de totale inkomsten mogen zijn. De rechter zal onder meer worden gevraagd of de betaalde diensten van de budgetmaatschappij zoals het verwerken van bagage of de verkopen aan boord, vallen onder nevenactiviteiten of dat deze diensten tot de kerntaken van EasyJet horen.

Volgens Haji-Ionnau komen de nevenactiviteiten door de groei in dergelijke betaalde diensten nu ver boven de gestelde limit van 25 procent uit. Mocht de oprichter zijn gelijk halen, zal EasyJet meer royalties moeten betalen.

De zaak tegen EasyJet is niet de enige kwestie die Haji-Ionnau aankaart. Hij heeft concurrent Ryanair en diens topman Micheal O’Leary aangeklaagd wegens een reclame. Haji-Ionnau is daar afgebeeld met een „dergelijk digitaal aangepaste neus dat het duidelijk overeenkomt met Pinokkio, het sprookjesfiguur wiens neus groeide elke keer dat hij een leugen vertelde”. Vogens de topman is het voor het publiek bij het zien van die reclame maar een conclusie te trekken: dat hij een leugenaar is.