Kolonisten proberen wanhopig een bestaan op te bouwen
NITZAN – Vijf jaar geleden moesten ze gedwongen hun huizen verlaten. De Israëlische regering stelde hen ruime compensatie in het vooruitzicht. Anno 2010 wonen veel voormalige Joodse kolonisten uit de Gazastrook nog steeds in caravans en andere tijdelijke onderkomens. Lawrence Beziz: „We proberen wanhopig een nieuw bestaan op te bouwen.”
Lawrence Beziz draagt nog steeds een oranje bandje om haar pols. Symbool van het verzet tegen de ontruiming van Gush Katif, de Joodse enclave in de Gazastrook. In 2005 besloot de toenmalige regering-Sharon om het gebied op te geven en duizenden Joodse kolonisten te evacueren.
Dat ging niet zonder slag of stoot. Het leger en de politie moesten eraan te pas komen om de inwoners van Gush Katif uit hun huizen te halen. Beelden van huilende kolonisten en met verf besmeurde agenten gingen de wereld over.
„Ik had alleen wat kleren, een paar boeken en spelletjes voor de kinderen bij me”, herinnert Beziz zich. Ze wijst op foto’s van de ontruiming die in het Gush Katif Informatie Centrum in de kustplaats Nitzan hangen. „Later mochten we onder politiebegeleiding terug om meer spullen op te halen. Veel was toen echter al door de Palestijnen vernield.”
Nog altijd is Beziz van mening dat de ontruiming van Gush Katif een grote fout is geweest. „In de eerste plaats vind ik dat Gaza Bijbels land is en aan de Joden toebehoort” legt ze uit. „We moeten onze erfenis respecteren. Weggaan is niet alleen een stukje land opgeven, maar ook een deel van ons erfgoed tenietdoen.”
„Als we dan al weg moeten, laat het dan om een goede reden zijn”, vervolgt de Israëlische. „Het idee was dat de terugtrekking het geweld zou verminderen. Wapens zouden tot ploegscharen worden omgesmeed. Kijk eens wat we voor ons offer hebben teruggekregen. Het tegenovergestelde is gebeurd. Het metaal van onze kassen is in Palestijnse raketten verwerkt waarmee we de afgelopen vijf jaar zijn bestookt. We hebben een hoge prijs betaald. Dan mag je toch ook een goed ‘product’ verwachten?”
Het Gush Katif Informatie Centrum staat midden in Caravilla, een enorm park van stacaravans en andere geïmproviseerde onderkomens aan de rand van Nitzan. Een derde van de voormalige inwoners van de Joodse nederzettingen in Gaza heeft hier een tijdelijk onderkomen gevonden.
„Kijk, zo wonen wij dus al vijf jaar”, wijst Beziz. „Slechts 150 gezinnen zijn momenteel bezig om een nieuw huis te bouwen. Een flink aantal families heeft nog niet de beloofde financiële compensatie van de overheid ontvangen. En degenen die die wél hebben gekregen zijn al jaren bezig om een bouwvergunning los te peuteren. In de tussentijd moesten zij wel in hun levensonderhoud voorzien. Veel gezinnen hebben niet eens meer het geld om een nieuwe woning te bouwen.”
„Dit is een regelrechte humanitaire crisis” vervolgt Beziz. „Doorgaans komen tegenslagen één voor één. Bij ons kwam alles tegelijk. Wij raakten in één keer alles kwijt. Maar wat konden we doen? We stonden tegenover ons eigen leger.”
Tot een jaar geleden stond de situatie van de voormalige inwoners van Gush Katif nauwelijks op de politieke agenda in Israël, meent Beziz. „De nieuwe regering erkende eindelijk dat er fouten zijn gemaakt en heeft een commissie van onderzoek samengesteld. Maar ook dat kost natuurlijk weer de nodige tijd.”
Intussen proberen de inwoners van Caravilla er het beste van te maken. Het caravandorp ligt binnen het bereik van Palestijnse raketten, dus moesten er ook beschermende maatregelen worden genomen. Geld voor professionele schuilkelders was er niet. De inwoners plaatsten daarom her en der stukken rioolbuis tussen twee betonblokken, waarin mensen in geval van luchtalarm beschutting kunnen zoeken.
Ondanks het tijdelijke karakter van Caravilla is er in de loop der jaren een lokale economie op gang gekomen. Het caravanpark telt inmiddels een eigen schooltje, een garage en diverse winkeltjes. „We proberen hier uit alle macht een bestaan te handhaven”, zegt Beziz. „Tegelijkertijd willen we voorkomen dat dit een soort blijvend vluchtelingenkamp wordt. De regering is sinds kort begonnen riolering en andere voorzieningen aan te leggen. Aan de ene kant hebben we dat nodig, maar het risico is wel dat onze situatie steeds meer een permanent karakter krijgt.”
Terugkeren naar Gush Katif is geen optie, beseft Lawrence Beziz. In plaats daarvan probeert ze de Israëlische politiek te waarschuwen niet dezelfde fout te maken door delen van de Westelijke Jordaanoever aan de Palestijnen over te dragen. „Als we Judea en Samaria opgeven, ligt Tel Aviv binnen schootsafstand. Je kunt de andere kant niet vertrouwen. Als je dat wél doet, ga je op huwelijksreis met een wolf.”
Of er een oplossing is voor het slepende conflict tussen Israël en de Palestijnen? Lawrence Beziz gelooft er niet in. Of toch? „Ze bidden altijd met hun gezicht naar Mekka. Laat ze naar Mekka gaan. Ruimte genoeg. In plaats daarvan moeten ze zo nodig een moskee op onze Tempelberg plaatsen.”