Eerder bereikte het met olie vervuilde zeewater al de kusten van Louisiana, Mississippi en Alabama. Het olieconcern BP werkt nog altijd aan een oplossing voor het lek, dat vijf weken geleden ontstond en dat de oorzaak is van de grootste milieuramp in de geschiedenis van de Verenigde Staten.

Woensdag kreeg het bedrijf voor de zoveelste keer te maken met tegenslag. Bij het doorzagen van de pijpleiding vlak boven de zeebodem kwam het zaagblad vast te zitten. Deskundigen proberen met behulp van onderwaterrobots de leiding zo in te korten, dat een kap kan worden geplaatst over het resterende stuk pijp, waarna de olie via een nieuwe leiding kan worden afgevoerd naar tankschepen.

Er zijn in de afgelopen periode al meerdere pogingen met verschillende technieken gedaan om het lek te dichten, maar tevergeefs. De Britse oliemaatschappij BP wordt in eerste instantie verantwoordelijk gehouden voor de ramp. De kosten voor het bedrijf zijn inmiddels opgelopen tot omgerekend 800 miljoen euro.

Een extra complicerende factor bij de bestrijding van de ramp is het orkaanseizoen, dat woensdag begon. Amerikaanse klimaatdeskundigen vrezen dat hevige stormen de olievervuiling in de komende maanden over een nog veel groter gebied zullen verspreiden.

De Amerikaanse president Barack Obama ligt onder vuur over de olieramp. Hij bezwoer woensdag een nieuwe poging te ondernemen om een klimaatwet door het Congres te loodsen. De olieramp laat volgens Obama zien dat de VS zich niet langer gegijzeld kunnen laten houden door fossiele brandstoffen.

„De overgang naar schone energie zal alleen slagen, als de private sector volledig betrokken is bij de toekomst”, aldus Obama. De enige manier om dit te bereiken is door een prijs te zetten op de uitstoot van CO2, meent Obama. „De stemmen zijn er nu nog niet, maar ik zal ze de komende maanden vinden”, verzekerde Obama.