De DNA-structuur van de oud-inwoner van Etten-Leur komt overeen met sporenmateriaal dat indertijd op het lichaam van Jessica werd aangetroffen. Dat heeft het openbaar ministerie donderdagmorgen bevestigd.

Jessica Richel is op 12 juni 1991 voor het laatst gezien toen zij in Etten-Leur de laatste trein naar Breda nam. De volgende morgen werd de 18-jarige vrouw dood aangetroffen bij de vuilstortplaats De Kragge in Bergen op Zoom.

Ze was gedeeltelijk ontkleed, had een snee in haar hals en twee dichtgebonden plastic zakken over haar hoofd. Uit onderzoek bleek dat het meisje was misbruikt. Enkele sieraden en een deel van haar kleding zijn nooit teruggevonden.

Het onderzoek naar de moord is in de loop der jaren herhaaldelijk heropend. De politie hield enkele keren verdachten aan, die steeds weer moesten worden vrijgelaten omdat ze niets met de zaak te maken hadden. Onder hen was ook de stiefvader van Jessica.

Naar aanleiding van een onderzoek door het Landelijk Team Kindermoorden (LTK) heeft een rechercheteam van de politie in Breda de zaak halverwege vorig jaar opnieuw geopend. Het LTK zag nog openingen om tot de oplossing van de zaak te komen.

Volgens een woordvoerster van het openbaar ministerie leidden „belangrijke aanwijzingen” naar de 35-jarige verdachte. Het bevestigende DNA-onderzoek is pas later verricht. De woordvoerster zegt er vertrouwen in te hebben dat de moordzaak na twaalf jaar toch nog is opgelost. De moeder en de stiefvader van Jessica hebben opgelucht gereageerd op het nieuws van de arrestatie.