De raketten troffen een militair voertuig, dat personen naar de legerbasis bracht voor de wisseling van de wacht. Het gebied rond de basis is door het leger en de politie afgezet.

Iskenderun is een havenstad aan de Middellandse Zee. De Koerdische Arbeiderspartij (PKK), die strijdt voor een Koerdische staat, heeft de aanvallen op militairen in het zuidoosten van Turkije onlangs opgevoerd. Marinebases zijn echter zelden het doelwit van aanvallen van de beweging.

Aric wees direct met de beschuldigende vinger naar de PKK. „We veroordelen de separatistische terroristische organisatie die achter deze onmenselijke aanslag zit”, zei de vicepremier, die daarmee het overheidsjargon gebruikte om de PKK aan te duiden.

De aanslag volgt op een onrustig weekeinde, waarin bij verscheidene aanslagen ook al zes mensen omkwamen. Daarnaast begon het Turkse leger met duizenden militairen aan grootschalige operaties in de provincies Hakkari, Siirt, Tunceli, Diyarbakir en Bingol.

De PKK nam in 1984 de wapens op tegen de Turkse autoriteiten om een eigen staat te kunnen bemachtigen in het zuidoosten van Turkije. Sinds die tijd zijn al meer dan 40.000 mensen, voornamelijk Koerden, omgekomen in het gewapende conflict. De intensiteit van het geweld is afgenomen sinds Abdullah Öcalan, de leider van de PKK, in 1999 werd opgepakt.

Öcalan liet zaterdag op de website van een Koerdische krant weten dat hij de dialoog met de Turkse regering vanaf dinsdag wil staken. „Het is niet langer zinvol en nuttig dit proces (de dialoog, red) voort te zetten, want ik kon geen gespreksgenoot vinden”, aldus Öcalan. Hij heeft dat volgens de krant onlangs gezegd na een gesprek met zijn advocaten op het eiland Imali, waar hij wordt vastgehouden.

Öcalan laat het aan de commandanten en de belangrijkste Koerdische beweging in Turkije, de BDP, over hoe de strijd voor een Koerdische staat wordt voortgezet. De regering heeft het pleidooi van Öcalan voor een dialoog steeds afgewezen.