Rouvoet teleurgesteld in CDA en PvdA
„Met behoud van eigen principes regeringsverantwoordelijkheid dragen en goede dingen doen voor de hele samenleving.” Dat was de missie van ChristenUnieleider Rouvoet de achterliggende jaren. Wat hem betreft doet zijn partij na de verkiezingen weer mee. Maar wel onder voorwaarden.
De achterliggende jaren droeg de ChristenUnie voor het eerst in de geschiedenis regeringsverantwoordelijkheid. Dat is Rouvoet goed bevallen. Zowel binnen als buiten de partij is er waardering én kritiek gekomen op deze stap. Hij verdedigt de gemaakte keuze en blikt vooruit naar de komende coalitiebesprekingen.
Waarom heeft de ChristenUnie ervoor gekozen om deel te nemen aan een coalitie met CDA en PvdA?
„Coalitiepartner zijn is een hele verantwoordelijkheid, maar ook een enorme kans. Allerlei dingen waarvoor wij zelf als ChristenUnie –of samen met de SGP– nooit de handen op elkaar kregen in het parlement, hebben we nu kunnen regelen of we hebben belangrijke stappen in de goede richting kunnen zetten.”
Waar denkt u dan vooral aan?
„Ik denk allereerst aan mijn eigen beleidsterrein, Jeugd en Gezin. Het gezinsbeleid is deze periode op de kaart gezet. Mijn partij pleitte al jaren voor een kindgebonden budget. Het kwam er nooit van. Nu was het binnen een jaar geregeld.
Verder is er hulp gekomen voor tienermoeders en het VBOK-huis. Wat ik verder belangrijk vind, is een onderzoek naar de vermeende noodsituatie van vrouwen die abortus wensen. Daarover mocht nooit gesproken worden, want dat was de verantwoordelijkheid van de vrouw. Artsen zeiden voor de tv-camera: „Als een vrouw bij mij komt en het regent en ze wil om die reden een abortus, dan krijgt ze een abortus want ik ga er niet over.” Dat kan niet waar zijn in dit land. We hebben een onomkeerbare stap gezet om een discussie te starten over de noodsituatie van de vrouw.”
Maar het onderzoek gaat zo lang duren dat Balkenende IV er niet meer over zou mogen besluiten, ook al was het kabinet niet gevallen. Wat is dan het nut?
„Als je zo’n onderzoek wilt doen, dan moet je dat breed aanpakken. Iedereen die erbij betrokken is, moet meedoen: vrouwen, huisartsen, abortusartsen en hulpverleners. Dat het onderzoek nu enkele jaren gaat duren, is geen kwestie van traineren geweest. Andere dingen die sneller konden, zijn wel sneller gebeurd. Ik noemde de overtijdbehandeling. Die wordt onder de Abortuswet gebracht. Dat ligt nog bij de Kamer. Het heeft mij verrast dat de Kamer, overigens met steun van de SGP, het niet meer wilde behandelen na de val van het kabinet.”
Blijkbaar was de SGP minder tevreden over deze maatregel dan de ChristenUnie.
„Dat mag, maar dan ga je het toch nog niet stilleggen? Elke stap de goede kant op is toch een verbetering? Wat mij betreft hadden we het geregeld.
Ik wil altijd meer. Ik ben niet gauw tevreden. Daarom hebben we nu een tienpuntenplan in het verkiezingsprogramma opgenomen om nieuwe stappen te zetten op het gebied van de medische ethiek. Stappen die, wat de ChristenUnie betreft, er uiteindelijk toe moeten leiden dat de rechtsbescherming van het leven wordt hersteld.
Dat is overigens een verschil tussen de ChristenUnie en het CDA. De christendemocraten nemen te vaak in het gesloten compromis hun ankerpunt. Wij gaan terug naar onze idealen. We zijn er nog lang niet, we willen nog meer. Dat mis ik in het verkiezingsprogramma van het CDA. Ik heb CDA-leider Balkenende vorige week uitgenodigd met mij te strijden voor een verlaging van de grens voor abortus naar achttien weken. Hij zei: „Laten we het maar houden zoals het is, want je weet maar nooit waar die discussie toe leidt.” Daar zit dus geen enkele ambitie om op dit punt stappen vooruit te zetten. De ChristenUnie heeft een boodschap voor de samenleving, en we zijn ook in staat om met behoud van onze principes en opvattingen regeringsverantwoordelijkheid te dragen en goede dingen te doen voor de hele samenleving.”
Had u die verlaging van de grens voor abortus naar achttien weken niet enkele jaren geleden moeten inbrengen?
„Wij zijn tot het uiterste gegaan bij de totstandkoming van het regeerakkoord, wees daarvan overtuigd. Ons tienpuntenplan moet gezien worden als nieuwe stappen die volgen op hetgeen in deze kabinetsperiode tot stand is gebracht.”
Maar in hoeverre zijn dat structurele stappen? Kan een volgend kabinet die niet snel ongedaan maken?
„Dat kan altijd, maar daden die nu gesteld zijn, vergen aparte, nieuwe besluitvorming om deze terug te draaien. Daarmee is er dus wel wat gecreëerd, want een wet draai je niet zomaar terug. Dat geldt voor het kindgebonden budget, en de bedragen die daarbij horen. Dat geldt voor het onderzoek dat loopt naar abortus en dat geldt voor overtijdbehandeling als dat geregeld is.”
Hoe beviel de samenwerking met het CDA?
„Naast de nodige overeenstemming hadden we met deze partij regelmatig verschillen van mening. Ik heb bij de totstandkoming van mijn gezinsnota stevig moeten opboksen tegen minister Donner van Sociale Zaken, tegen minister Van der Hoeven van Economische Zaken en premier Balkenende die een te eenzijdige focus op arbeidsparticipatie van vrouwen hebben. De gezinsvriendelijke invalshoek die keuzevrijheid –ook in financiële zin– biedt aan gezinnen bij de manier waarop ze werk en gezin willen combineren, moest van de ChristenUnie komen.”
En met de PvdA?
„Op sommige momenten was dat ingewikkeld, bijvoorbeeld weer bij de combinatie van arbeid en zorg. De PvdA hamerde op emancipatie, wij op gezinsvriendelijkheid. En ik denk vooral aan de stevige discussie over de AWGB en de onderwijsvrijheid met de collega’s Plasterk en Ter Horst. Maar de ChristenUnie heeft daarbij standgehouden. Door de bank genomen was de PvdA een betrouwbare partner bij de uitvoering van afspraken uit het regeerakkoord die voor ons van belang waren.”
Gold dat ook voor de embryoselectie waarover CU en PvdA over de straat rolden?
„Dat was inderdaad een heikel onderwerp, maar daarover stond niets in het regeerakkoord. Uiteindelijk is er een brief naar de Kamer gegaan waarin alle partijen zich konden vinden.”
Zaterdag bleek dat ook de PvdA de uitzonderingsbepaling in de Algemene wet gelijke behandeling wil schrappen. Wat is uw reactie daarop?
„Dit is een onaangename verrassing. Het is een breuk met de traditie. De AWGB zoekt naar een balans tussen de gelijke behandeling en de klassieke vrijheden van godsdienst en onderwijs. Deze klassieke vrijheden worden dan tweederangsgrondrechten. Dat tast de grondslagen van de rechtsstaat aan. Ik verwacht dat ook niet van een partij die stelt dat iedereen meetelt. Hier is sprake van radicalisering.”
Van bescherming voor trouwambtenaren met gewetensbezwaren tegen het zogeheten homohuwelijk is dankzij de PvdA ook niet veel terechtgekomen.
„Ik heb op dit punt liever te maken met toenmalig staatssecretaris Cohen. Bij de behandeling van de wet die het homohuwelijk regelt, stelde hij voor om dit praktisch op te lossen. Ook hier is sprake van radicalisering. Gewetensvrijheid behoort tot de grondslagen van onze samenleving.”
Bent u bang voor een nieuwe paarse coalitie?
„In deze tijd van financiële crisis kunnen PvdA en VVD elkaar nooit vinden. De meningen liggen zo ver uit elkaar. Dat zal niet bij elkaar komen. Maar is een centrum-rechtse coalitie nu zo veel beter? Als CDA, VVD en D66 samen gaan regeren, zitten daar nog wel twee van de drie paarse coalitiepartners in. Is dat voor christenen een aanlokkelijk perspectief? Wat dat betreft ben ik niet gerust op de inzet van het CDA. Ik mis bij die partij het christelijk-sociale en de gezinsvriendelijkheid. Het CDA heeft niet of nauwelijks ambities over de beschermwaardigheid van het leven en is geen voorstander van het principe dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Er is meer te verwachten van een ChristenUnie met tien zetels die als derde of vierde partij in mogelijke coalitiebesprekingen daar keiharde punten van maakt dan van een CDA met 35 zetels die daarover zwijgt.”
U bent negatief over het CDA, heeft deze partij u de afgelopen jaren dan zo in de steek gelaten?
„Nee, maar naast verbondenheid, was het op onderdelen ook een eenzaam avontuur.”
Balkenende zei vorige week in onze krant dat er juist zo’n goede samenwerking was bij principieel gevoelige onderwerpen.
„Ik kan begrijpen dat hij dat zegt, maar ik heb op onderdelen een andere waarneming.”
De ChristenUnie is dus bereid om een coalitie van CDA, VVD en D66 aan een meerderheid te helpen?
„Dat is niet mijn formulering. Ik ben niet de politiek in gegaan om anderen aan een meerderheid te helpen, maar om een meerderheid te verwerven voor de standpunten van de ChristenUnie. We willen best onderhandelen, maar niet tot elke prijs. Als een akkoord te mager is, dan ga ik liever vanuit de Tweede Kamer zo veel mogelijk van ons programma verwezenlijken. Onze prijs is hoog.”
Levensloop Rouvoet
– Geboren op 4 januari 1962 te Hilversum.
– Lagere school te Hilversum van 1966 tot 1973.
– Gymnasium-a te Hilversum tot 1980.
– Studie rechten aan de Vrije Universiteit te Amsterdam van 1981 tot 1986.
– Wetenschappelijk medewerker en later directeur van het wetenschappelijk instituut voor de RPF in 1987/1988 en van 1989/1994.
– Lid Tweede Kamer van 1994 tot 2007.
– Minister voor Jeugd en Gezin en vicepremier vanaf 2007.
– Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vanaf 2010.