Nog nooit heeft een aanslag van maoïsten in India aan zoveel mensen het leven gekost. Het ‘record’ stond tot vrijdag op de actie die op 6 april dit jaar aan 75 agenten het leven kostte in de deelstaat Chhattisgarh. Zij werden vanuit een hinderlaag beschoten.

Dertien wagons van een luxueuze slaaptrein die onderweg was van Calcutta naar Bombay ontspoorden rond half twee ’s nachts (lokale tijd) door een explosie op of langs het spoor. Dat gebeurde ongeveer 135 kilometer ten westen van Calcutta in de deelstaat West-Bengalen. Vervolgens reed een goederentrein uit de tegenovergestelde richting in op de ontspoorde wagons.

De rebellen hebben de aanslag opgeëist, aldus het Indiase persbureau Press Trust of India. Ze voeren geregeld aanslagen uit op de politie, overheidsgebouwen en infrastructuur. De afgelopen maanden hebben ze meer aanvallen uitgevoerd als antwoord op een regeringsoffensief om de maoïsten uit hun bases in de jungle te verdrijven.

De opstand van de maoïsten begon eind jaren zestig. Sindsdien zijn duizenden mensen omgekomen. De linkse rebellen vechten naar eigen zeggen voor de rechten van arme boeren en landloze arbeiders. In de steden genieten ze nauwelijks steun. De opstandelingen krijgen steeds meer invloed in het oosten, midden en zuiden van het land. Ze zijn inmiddels actief in twintig van de 28 staten die het land telt.

Volgens de regering persen de rebellen bedrijven af en levert hen dat jaarlijks meer dan 300 miljoen dollar (223 miljoen euro) op. De harde kern van de opstandelingen zou bestaan uit zes- tot achtduizend strijders.

De regering verklaarde eerder met de rebellen te willen onderhandelen, als zij de wapens neerleggen. De maoïsten willen alleen praten als het offensief wordt gestopt.