Strafhof geeft Sudan aan bij VN–Veiligheidsraad
Het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag heeft woensdag voor het eerst gebruikgemaakt van de mogelijkheid om de gebrekkige samenwerking van een staat aan te geven bij de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties in New York.
De Kamer van Vooronderzoek die gaat over de West–Sudanese regio Darfur, stelde vast dat Sudan niet meewerkt bij de arrestatie van oud–minister Ahmad Harun en van Ali Kushayb, een vermeende leider van de beruchte Janjaweed–militie. Het tweetal wordt sinds 2007 gezocht op verdenking van onder meer moord, verkrachting en aanvallen op de burgerbevolking.Het ICC is geen VN–organisatie, maar onderzoekt de massale misdaden in Darfur op verzoek van de Veiligheidsraad. Het eveneens in Den Haag gevestigde Joegoslavië–Tribunaal maakte eerder gebruik van de mogelijkheid staten aan te geven in New York. De Veiligheidsraad reageerde daar doorgaans op door zijn voorzitter een verklaring voor te laten lezen waarin het gedrag van de tegenstribbelende regering op de Balkan werd veroordeeld. Dit is het zwakste sanctiemiddel dat de raad ter beschikking staat.
Het ICC vaardigde op 4 maart 2009 ook een arrestatiebevel uit tegen president Omar al–Bashir van Sudan. Hij wordt beschuldigd van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Het rapport dat woensdag naar New York is gestuurd, heeft geen betrekking op het staatshoofd.